Rotterdammers maken Rotterdam

‘Alsof Dracula herschapen was’

Mark Boninsegna Tekst
Mark Boninsegna Beeld

Jules Deelder zou 24 november 80 jaar geworden zijn. Helaas overleed hij net na zijn 75e verjaardag. Deelder is nog steeds een van de bekendste dichters van Nederland en droeg zijn gedichten over heel de wereld voor. Jules en de Engelse dichter John Cooper Clarke worden regelmatig met elkaar vergeleken. Niet geheel toevallig waren deze twee dichters vrienden van elkaar. In juni trad Clarke op in een uitverkocht Rotown en blikten we terug op zijn vriendschap met Deelder.

We zijn in Rotterdam. Kan jij je de laatste keer dat je hier was nog herinneren?
“Ik zou het niet meer weten, maar volgens mij is het lang geleden. Ik heb Jules sowieso hier in Rotterdam ontmoet. Ben Posset van het One World Poetry Festival bracht ons in contact met elkaar. Jules trad daar op, Allen Ginsberg, Gregory Corso, Michael McClure, al die Amerikaanse beatnicks en andere dichters vanuit de hele wereld waren er. Tussen Jules en mij klikte het gelijk. Hij was niet zoals de andere dichters en wat me opviel was dat hij, net als ik, heel erg nadacht over zijn kleding. Het eerste wat ik me ook gelijk afvroeg was waar hij die kleding vandaan haalde.”

Mode is volgens mij iets dat jullie beiden gemeen hebben?
“Ik hield heel erg van hoe Jules gekleed ging. Hij liet me foto’s zien hoe hij voor zijn iconische stijl eruit zag. Dat was meer zoals Keith Richards zich kleedde. Donker met exploderende kleuren, een wit gezicht en dat zwarte haar. Zijn metamorfose was erg inspirerend. Het was alsof Dracula herschapen was. Daarna heeft hij nooit meer iets veranderd aan zijn stijl. Hij bleef qua stijl sindsdien altijd bij de mode uit de jaren 1948 tot 1952. Eigenlijk ging hij van een rock ’n roll-look naar een swing look. In mijn biografie I Wanna Be Yours, heb ik het hier onder andere over. Nogmaals: hij was zeer inspirerend. Zelf heb ik mijn kleding nooit als avontuurlijk gezien. Juist erg bescheiden. Jules had style.”

Jij en Jules hebben ook een liefde voor (zonne)brillen…
“Klopt. Vroeger op school wilde ik door mijn ijdelheid geen brillen dragen en omdat mijn zicht zo slecht is liep ik daardoor constant, letterlijk, overal tegenaan. Uiteindelijk besloot ik dat als ik toch de hele tijd brillen moest dragen, ze dan donker moesten zijn. Want: iedereen ziet er beter uit met een zonnebril.”

Jules zit volgens mij ook in een film van jou?
“Dat klopt, hij zit in de film Ten years In an Open Neck Shirt over mij uit 1981. Daarin zie je ons samen met Michèle Roberts. Het was redelijk vroeg in onze carrière. We waren nog niet echt erkend als dichter. Ik ben blij dat hij in de film zit. De film director vroeg aan mij of ik nog een hedendaagse dichter kende. En de enige die in Europa dat aan het doen was, waren Jules en Michèle.”

Jules trad in zijn begindagen op onder het pseudoniem Julian the Joint. Heb jij ook ooit een pseudoniem gehad?
“Haha, dat moet in zijn hippieperiode geweest zijn. Ik heb nooit een pseudoniem gehad. Nou ja, op school heette ik gewoon John Clarke, maar toen ik begon met de poëzie, bleek er al een dichter uit een stadje uit de buurt met een zekere reputatie te zijn met de naam John Clark; zonder de ‘e’. Toen bedacht ik me dat ik mijn tweede naam er maar in moest gooien. Uiteindelijk is John Clark nooit doorgebroken en had ik met het uitdelen vna handtekeningen twee jaar van mijn leven kunnen besparen. Tja, dat zijn de dingen die je je af gaat vragen als je 75 bent.”

Jij wordt ook wel punk poet genoemd.
“Volgens mij was Patty Smith de eerste die de titel punk poet kreeg. Later noemden ze mij ook zo en daar ben ik altijd blij mee geweest. Veel punkbands namen mij dan ook mee op tour. Zoals The Clash, The Buzzcocks en The Fall van wie de zanger Mark E. Smith bij mij in de buurt woonde.”

Jules werd daarentegen totaal niet omarmd door de punkers in die tijd. In de Jongeren Sociëteiten werd hij in het begin ondergespuugd.
“Dat zal misschien ook wel te maken hebben gehad met hoe hij zich kleedde. Ik weet nog dat ik in het begin van mijn carrière kostuums droeg van de wol van de angorageit: mohair. Ik trad veel op in arbeidersclubs en die mensen houden niet zo van mensen in een kostuum. Dus ik veranderde mijn stijl. Ik ging me net iets beter kleden dan hen. Op die manier verdiende ik hun respect. Niet over the top of hetzelfde. In Engeland werkt het zo in ieder geval, ik weet niet zeker of dat ook in Nederland zo is. Maar vergis je niet. Er werd op ons allemaal gespuugd door de punkers. Dat hoorde er nou eenmaal bij. Voor die optredens trok ik expres een leren jack aan, zodat het makkelijk schoon te maken was. De kosten van de stomerij zouden anders veel te hoog worden.”

Jij hebt een doctoraat voor poëzie ontvangen. Jules heeft nooit die erkenning of een grote prijs gewonnen in Nederland met of voor zijn poëzie.
“Ik vraag me af waarom dat is. Omdat zijn poëzie te gemakkelijk zou zijn? Maar waarom zou poëzie moeilijk moeten zijn? Het is ook niet dat onze poëzie minder intellectueel is, het is alleen doorspekt van hedendaags taalgebruik.”

Op de muziek van Benjamin Herman draag je een tekst voor die over Jules gaat.
“Klopt. Dat is een gedeelte van de tekst uit mijn biografie die over hem gaat. Zijn dochter Ari heeft dat aan mij gevraagd toen ze bij een optreden van mij aanwezig was. Ik heb het toen opgenomen en Benjamin heeft volgens mij daarna de muziek bij gemaakt. Ik moet zeggen dat het fantastisch geworden is. Normaal vind ik mijn stem niet echt passen op muziek, maar dit is echt waanzinnig. Jules zou ongetwijfeld ook heel blij met het resultaat geweest zijn.”