Voor elke kwaal een zalfje of olietje. Salah Bouali maakt ze allemaal zelf in zijn eigen werkplaats. En met een grote grijns op zijn gezicht, zichtbaar genietend van de dag en het contact met mensen, verkoopt hij ze op de Rotterdamse Oogstmarkt op het Noordplein. Ooit hoopt hij er helemaal zijn werk van te kunnen maken. Tot die tijd geniet hij gewoon van elke dag dat hij met zijn eigen producten bezig is.
“Ik had enkele jaren geleden een ongeluk met de fiets. Iemand gooide zijn autodeur open zonder te kijken en ik kon niet meer op tijd uitwijken. Ribben gekneusd en een dieppaarse plek op mijn ribbenkast.” Salah wijst een behoorlijk groot gebied op zijn zij aan. “De dokter zei: ‘Paracetamol tegen de pijn en drie weken uitzitten.” Hij grimast als hij zich de pijn voor de geest haalt die hem die nacht uit zijn slaap hield. “Ik ben naar het Kralingse Bos gefietst en ben gaan graven naar smeerwortel. Een uur op mijn knieën wroeten in de grond. Thuis heb ik er zalf van gemaakt door de wortel een paar uur in olie te koken op zestig graden. Nadat ik het erop gesmeerd had, sliep ik zes uur aan een stuk en de paarse plek was de volgende dag enorm geslonken.”
De vrouwen voor de kraam van Salah, het oliemannetje van de Oogstmarkt op het Noordplein, luisteren aandachtig. “Voel maar”, moedigt hij ze aan. “Het is een eeuwenoud recept; Romeinse soldaten droegen het bij zich tijdens veldslagen als een soort eerste hulp bij blauwe plekken en botbreuken. Smeerwortel staat erom bekend dat het nieuwe huid- en botcellen aanmaakt.”
Het is slechts een voorbeeld van de verhalen die Salah vertelt als hij op het Noordplein zijn zelfgemaakte en volledig natuurlijke waar aanprijst. Hij is in zijn element, geniet ervan zijn eigen kennis over te brengen op zijn klanten en hij vindt het heerlijk dat mensen interesse hebben voor de producten die hijzelf ooit uit nieuwsgierigheid is gaan maken. Terwijl zijn oliepers er lustig op los snort in zijn kraam, schudt hij de ene na de andere anekdote uit zijn mouw. De klanten luisteren aandachtig, stellen vragen over de heilzame werking van de zalfjes en oliën die hij uitgestald heeft staan en de blokken zeep die hij maakt van de restproducten.
Sleur
Hij begon twaalf jaar geleden. Uit nieuwsgierigheid, maar al snel vonden zijn maaksels gretig aftrek bij zijn familie en vrienden. Twee jaar geleden durfde hij de stap te maken naar de markt in Noord. “Ik wilde ontdekken of mijn zalfjes en oliën een breder publiek zouden aanspreken. Tot nu toe heb ik alleen maar positieve reacties en inmiddels is het bijna een full time baan. Als ik twee dagen op de markt sta, moet ik ook twee dagen voorbereiden in mijn werkplaats.” Dat zijn eerste markt op het Noordplein zou zijn, is een logische keuze: Salah werd geboren in Marokko maar woont al 41 jaar in Rotterdam. En altijd in de buurt van dit plein. “Hier speelde ik als klein kind. Op het plein en in de bouwputten er omheen. Ik vond het heerlijk om altijd buiten te ravotten. Na de havo ben ik hbo gaan doen. Ik maakte mijn studie niet af, omdat ik aan de slag kon als medisch-technisch laborant. Maar ja, ik ben niet gemaakt voor een baan van negen tot vijf. Hoewel ik in het begin veel leerde, voelde het al na twee jaar als sleur. Dus ik heb de laborantenjas aan de wilgen gehangen en ben voor mezelf begonnen.” Salah heeft zestien jaar lang een verhuis- en klusbedrijf. Elke dag is anders ingedeeld, elke dag ontmoet hij nieuwe mensen. “In mijn vrije tijd kreeg ik echter steeds meer interesse in het persen van natuurlijke olie. Ik wilde af van fabrieksproducten die niet goed zijn voor je huid. Vooral arganolie is een mooi maar moeilijk product. Een goede en constante kwaliteit realiseren is erg lastig. Dat intrigeerde me: zou ik dat kunnen? Mijn werk als laborant en klusser kwamen samen. Met een vriend van mij, die lasser is, bouwden we een oliepers. Ik denk dat we een maand bezig geweest zijn om een monster van tweehonderd of driehonderd kilo te bouwen. En aan het eind kregen we er maar een paar druppels olie per keer uit.”
Zonde
Hoewel die pers een mislukking werd, liet de olie Salah niet meer los. Hij kocht een schroefpers die veel beter werkte maar wel redelijk snel stuk gaat. “Ik ben inmiddels toe aan mijn zesde pers. De eerst vijf heb ik gesloopt, maar daardoor ben ik wel handig geworden in het repareren van die persen. Dus inmiddels kan ik veel zelf vervangen en herstellen en gaat mijn pers langer mee.” Het lukt Salah arganolie te maken die keer op keer dezelfde kwaliteit heeft. Maar het is een duur product: “Argan is een vrucht, familie van de olijf. In de vrucht zit een harde noot die je kapot slaat en dan kom je bij een pitje. Die moet je persen om de olie te krijgen. De pitjes zijn klein, dus je hebt grote hoeveelheden vruchten nodig om een kilo pitten te krijgen. En na het persen blijf je zitten met een enorme hoeveelheid restproduct. Dat weggooien vond ik zonde. Ik ben gaan zoeken en ontdekte dat het restproduct verwerkt wordt tot zeep. Zo ging ik naast mijn olie en zalf ook zeep maken.”
Wat zit er niet in
Die eerste keer op de oogstmarkt, ergens in 2023, was een enorme eyeopener voor Salah. “De mensen waren heel geïnteresseerd in mijn producten. En ik kreeg steeds weer de vraag: wat zit er niet in? Al snel ontdekte ik dat het ze ging om ingrediënten als parfum en parabenen die in veel zalfjes en zeepjes zitten. Dát is wat veel mensen willen vermijden en mijn producten boden voor hen een uitkomst, want ik gebruik echt alleen natuurlijke ingrediënten.” Hij glimlacht om de vraag waarom: “Simpel. Ik wil geen troep op mijn lichaam smeren. De grap is dat je er weinig van merkt als je van supermarktproducten overstapt op natuurlijke producten. Maar als je daarna op een moment van gemakzucht terug switcht ga je het merken: je huid reageert ineens heel fel en dat is vanwege al die onnatuurlijke ingrediënten.”
Dat het veel werk is, vindt Salah niet erg. “Nee joh, ik houd ervan. Ik koop mooie grondstoffen, pers daar de olie uit, laat het bezinken, vermeng het met bijvoorbeeld bloemen en filter het. Dan heb ik olie. Als ik er een zalf van maak, vermeng ik de olie met bijenwas. De grap is dat ik mijn ervaring in het laboratorium nu combineer met het plezier dat ik heb met mijn verhuis- en klusbedrijf: steeds nieuwe mensen ontmoeten en daarmee echt contact maken. Omdat het als een hobby begonnen is, voelt het nog altijd niet als echt werk. Ik doe wat ik leuk vind en kan mijn eigen tijd indelen. En als ik er uiteindelijk van kan rondkomen, is dat fantastisch. Dan heb ik van mijn hobby mijn werk gemaakt. Met producten waar ik zelf fan van ben. Ik vind het machtig mooi.”