Elke Rotterdammer weet dondersgoed dat als je naar de Coolsingel gaat, je daarmee niet letterlijk de straat bedoelt, maar dat je op het stadhuis moet zijn. Meerdere Feyenoord-spelers gebruikten de uitspraak ‘We gaan naar de Coolsingel’ vorig jaar nog omdat het kampioenschap en de huldiging op het bordes van het stadhuis in het verschiet lag.
Taalwetenschapper Marjo van Koppen geeft aan dat in elke stad bouwwerken (bedoeld of onbedoeld) namen krijgen, maar het fenomeen toto pro parte (het geheel voor een deel) is zeker ook typerend voor Rotterdam. “Je kunt het vergelijken met: ‘Nederland wint van Duitsland’. Daarmee bedoelen we uiteraard dat het Nederlands elftal van het Duitse elftal wint”, legt zij uit.
Zo weten met name oudere Rotterdammers dat je, als je op de Noordsingel belandde, de gevangenis in moest. Die was daar immers gevestigd. Inmiddels heeft dit statige gebouw een andere bestemming gekregen, maar het Haagse Veer wordt nog steeds gebruikt voor het aanduiden van het centrale politiebureau. “Dat het elke keer om overheidsinstanties gaat, lijkt een soort belangrijkheid mee te dragen”, merkt Van Koppen nog op.
Rotterdammers voegen daar uiteraard nog de nodige humor aan toe. De Puntegaalstraat, waar het publieke belastingkantoor was gevestigd, werd de Plukmekaalstraat en de Burgemeester de Villeneuvesingel in Hillegersberg werd omgedoopt tot de Vieze-neuzesingel omdat daar welgestelde Rotterdammers woonden. Van Koppen: “Die verhaspelingen zijn knap bedacht en blijven ook hangen omdat ze het originele klemtoonpatroon volgen: PLUKmeKAALstraat PUNteGAALstraat.”
“Het tegenovergestelde pars pro toto (een deel voor het geheel, red.) gebruiken we in Rotterdam ook”, gaat de Rotterdamse taalwetenschapper verder. “Om bij voetbal te blijven, we noemen het Sparta-stadion Het Kasteel terwijl dat maar een klein deel is van het gehele stadion. We gebruiken ook 010 om te verwijzen naar Rotterdam en 020 om te verwijzen naar…. nou ja, naar 020. Hier gebruiken we de regiocode van het telefoonnummer om naar een stad te verwijzen.”
Prof. Dr. Marjo van Koppen
Is naast ras-Rotterdamse ook taalwetenschapper. Ze is senior-onderzoeker taalvariatie aan het Meertens Instituut en hoogleraar Taalvariatie van het Nederlands aan de Universiteit van Utrecht. Ze geeft lezingen en is gespecialiseerd in de zinsbouw van Nederlandse dialecten.