The Next Economy is het thema van de zevende Internationale Architectuurbiënnale Rotterdam (IABR). Is dat een economie die gebaseerd is op kleinschaligheid, lokale producten en elkaar helpen? Op Rotterdam Zuid wordt deze next economy al uitgebreid verkend. Geen wonder dat het architectuurfestival je er maar wat graag rondleidt.
Het epicentrum van het IABR bevindt zich in de Fenixloods II, waar zich ook de Fenix Food Factory en een grote hal met tijdelijke bedrijfjes bevinden. Het eens vooral op architecten gerichte festival slaat dit jaar een brug naar het grote publiek. Een van de manieren om dat te doen is via rondleidingen over de Kaap en activiteiten in onder meer verhalenhuis Belvédère en ’t Gemaal aan de Pretorialaan. Hier is goed te zien waar de economie onomkeerbaar heen gaat: lokaal, kleinschalig en gebaseerd op buurtinitiatieven.
Architect Jack Hoogeboom neemt je mee op een rondgang over zijn Kaap, hij woont en werkt hier en toont hoe de landtong verandert en de potentie van the next economy in zich heeft. “Hier op de Kaap zie je de stadse economie ontstaan. Mensen werken samen aan nieuwe initiatieven.” Initiatieven zoals De Bakkerswerkplaats waar Jack een stop maakt om de net gebakken “IABR-koekjes” te bewonderen en proeven. “Dit is een sociale werkplaats die producten levert aan instanties als Politie Rijnmond en voetbalclub Feyenoord, maar waar ook de lokale bevolking zijn brood bestelt.”
‘Hier op de Kaap zie je de stadse economie ontstaan.’
Rondje Kaap
Culinair, creatief en cultureel, dat zijn de drie C’s van de Kaap. Een wijk waar een Chinese kerk zich in een huizenblok bevindt, waar een groene school zich in een monumentaal pand bevindt en waar je als nieuwkomer je eigen huis kunt ontwerpen naast een centrum waar mensen zonder verblijfsstatus onderdak vinden. “De wijk is continu in beweging, bestemmingen zijn er soms maar tijdelijk.” Hij wijst op een oud schip dat half ingegraven op de kade ligt. “Kijk naar het Kaapschip, deze speelplek voor oudere kinderen kwam door vrijwilligers en donaties tot stand. Die ligt hier nog een paar jaar en dan komt er weer een andere ontwikkeling op deze plek.”
Die veranderlijkheid en gezamenlijkheid vormt the next economy. En Rotterdam Zuid is een toonbeeld van de mogelijkheden die deze nieuwe economie biedt. Jack loopt naar zijn zelfbouwhuis en toont de kracht van de combinatie: zijn en vijf andere zelfbouwhuizen bevinden zich in een huizenblok dat door zo’n vastgoedreus is ontwikkeld. Op de Kaap bestaat dat harmonieus naast elkaar. “Die verandering zit in de genen van de Kaap. De wijk en haar inwoners staan open voor nieuwe initiatieven.”
Verhalen uit de wijk
Om zijn opmerking kracht bij te zetten, wijst Jack op verhalenhuis Belvédère. “Dit is het oudste pand van de wijk, toen Katendrecht nog een dorp was in de weilanden.” In enkele eeuwen heeft het pand onnoemelijk veel bestemmingen gehad, van de hotste jazzclub van Nederland tot Griekse nachtclub en cultureel centrum waar verhalen uit de wijk opgetekend worden.
Els de Smet is nauw betrokken bij het verhalenhuis. Als we binnenstappen, zit ze aan tafel met Feng Kee die net vertelt hoe ze hier terechtkwam vanuit het Noorden van China. “Er is nog altijd een sterke band met China”, vertelt Els. “De Kaap was de eerste Chinatown van Europa.” Het verhaal van Feng Kee wordt onderdeel van een serie van tien middagen die Belvédère houdt in samenwerking met de IABR: The Next Story. Els interviewt mensen uit de wijk op het podium en toont zo de bijzondere verhalen van de Kaap. “Dit zijn de individuele verhalen van nu die de toekomst van de stad mede bepalen. Zo maken we de nieuwe economie tastbaar.”
‘De individuele verhalen van nu bepalen mede de toekomst van de stad.’
’t Gemaal
Geen stop tijdens de rondleiding, maar eveneens een plek waar evenementen in het kader van de IABR plaatsvinden, is ‘t Gemaal. Een plek ook waar die nieuwe economie tastbaar wordt. Hier heeft Annet van Otterloo een expositie ingeruimd over de Afrikaanderwijk Coöperatie. Als je wilt weten hoe je de lokale economie kunt aanjagen, moet je bij Annet langs. Zij is een van de drijvende krachten achter dit bijzondere samenwerkingsverband.
“Wij zoeken naar de kwaliteiten in de wijk en verbinden die met echte vragen van bedrijven.” Zo is het naaiclubje uit het wijkatelier inmiddels aan het werk voor meerdere bedrijven. De schoonmaak en de catering van de IABR zijn in handen van de wijkcoöperatie en we onderhandelen met Rotterdamsche Confiture om het zachte fruit dat aan het eind van marktdagen wordt weggegooid te gaan gebruiken voor jams.
Gezeten in de grote open ruimte van het monumentale voormalige gemaal, vertelt Annet vol vuur over de kansen die the next economy biedt. Werk niet uitbesteden aan grote bedrijven maar in de wijk inbesteden, noemt ze dat. “Wij koppelen lokale productiekracht aan echte vragen. Zo stimuleren we de wijkeconomie en geven we mensen een betekenisvol bestaan; de informele economie in de wijk verplaatsen wij naar de echte economie.”
‘Met elkaar zorgen dat het werkt door de sterke punten van elkaar te erkennen.’
Het grote voordeel, volgens Annet: “Mensen gaan zich eigenaar voelen van de stad en hun wijk. Er is meer onderling contact, meer werk en meer sociale controle. We werken hier keihard om iets moois neer te zetten. En als je mensen vraagt waar ze het meest trots op zijn, dan noemen ze zaken als ‘bij elkaar zijn’ en ‘de onderlinge verbondenheid’. Dat is de kracht van de nieuwe economie: met elkaar zorgen dat het werkt door de sterke punten van elkaar te erkennen en te combineren. Die next economy? Die is hier al op Zuid.”
De Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam is nog tot 10 juli. Voor alle activiteiten en tours kun je terecht op iabr.nl