Rick Arnold is de trotse bezitter van een Mercedes 250 T uit 1979. Toen hij vorig jaar bij Le Blanc Garage binnenstapte (‘om lekker goedkoop mijn remschijven te laten fixen’) werd hij getroffen door het beeld van Lies le Blanc, die samen met haar man Martin de garage runt. Toevallig had hij een camera in de hand. “Ik schoot zonder nadenken de eerste foto van wat later een serie werd.”
Want toen Arnold de foto van Lies goed bekeek, zag hij hoeveel impact de plaat had. “Ik raakte geïnspireerd en besloot dit uitstervende ras van garagehouders vast te gaan leggen.” Hij fotografeerde zo’n twintig garagehouders. (Overigens nog voordat de film De Marathon uitkwam, die datzelfde type Rotterdammer belichtte.) Arnold: “Ze werkten allemaal mee. Dat kwam misschien ook door mijn aanpak. Ik kwam gewoon aanwaaien, rookte even een sigaretje met ze, maakte een praatje pot en schoot de plaat. Gewoon zoals het was, zonder speciale uitlichting of wat dan ook. Hoe viezer, hoe beter.”
Karakteristieke pijpenlaatjes
Wat hij aantrof: “Karakteristieke zuurstofarme, stoffige ruimtes. Smalle pijpenlaatjes vaak, met één brug. De een heeft zijn gereedschappen netjes geordend, de ander vindt zelfs een kleine moer in een hele grote, gestaag groeiende stapel oud ijzer, vieze lappen en onduidelijke onderdelen op de werkbank. ‘Wist wel dat tie hier lag’, zei Martin le Blanc. Hij runt zijn garage aan de Volmarijnstraat samen met zijn jeugdliefde en vrouw Lies, die al veertig jaar de logistieke gang van zaken in de gaten houdt. ‘Le Blanse, met Lies’, klinkt het, met trage, Rotterdamse tongval.
De slag met de tijd
Feit is dat dit type garagehouders langzaam verdwijnt. Althans: de ‘autochtone’, kleine zaakjes. Oorzaak? De garagehouders denken er het hunne van. Een deel van hun business is overgenomen door allochtone garagehouders. Concurrentie is er ook van grote bedrijven, aan de randen van de stad. En de zonen, die hebben anno 2013 niet veel trek in de zaak van pa. Wie de foto’s goed bekijkt, ziet nog een mogelijke verklaring. Sommige garagehouders lijken de slag met de tijd en de vooruitgang definitief verloren te hebben. Niets garage 2.0. Zij doen het zoals ze het altijd deden.