Kloppend hart van Rotterdam

‘Hoe meer groen, hoe prettiger mensen zich voelen’

Sander Grip Tekst
Salih Kilic Beeld

Rotterdam heeft haar eigen bomendokter: Ronald Loch. Hij zorgt al ruim dertig jaar voor de bomen in de stad. Wie hem spreekt, krijgt als vanzelf oog voor al het groen om ons heen. “Bomen zijn belangrijk voor ons welbevinden. Daarnaast hebben ze heel wat te vertellen. Als wij allang dood en begraven zijn, staan zij nog fier overeind. Kijk maar naar de Lijnbaanplataan of de Breitenbachplataan. Zij ondervonden de geschiedenis van de stad aan den lijve. Ik merk dat mensen zich hier steeds meer bewust van worden.”

Met een weids gebaar wijst hij naar de ruim 225 bomen die in een brede, lange strook grond staan. Het is een allegaartje van iepen, platanen, berken en linden. Alles staat ogenschijnlijk kriskras door elkaar. Dit is het bomendepot en dat is misschien het meest bijzondere project waar Ronald Loch zich in zijn lange carrière bij de gemeente Rotterdam mee bezig mag houden. “We zijn altijd wel ergens in de grond aan het werk. Dat vinden bomen dikwijls niet fijn. Soms moet een boom wijken omdat er niet voldoende ruimte is voor de werklui en soms is er gewoon geen plek meer voor de boom in de nieuwe plannen.”

In zijn ogen brandt het vuur van een echte bomenliefhebber. Ronald werkt niet alleen met bomen, hij is er de verpersoonlijking van. De strijder die zich hard maakt voor elke boom in de stad. Waar dat toe kan leiden, is hier zo prachtig te zien. “Voorheen werden bomen die in de weg stonden omgezaagd. Nu hebben we het bomendepot.”

Moet een boom in een project wijken, dan onderzoekt het team van Ronald of die sterk genoeg is om verplaatst te worden. Kan dat, dan gaat de boom naar het depot bij de Stadskwekerij. “Hier blijven ze minimaal drie jaar om te herstellen.” Hij lacht: “Je kunt natuurlijk niet ongestraft met een boom blijven slepen. Ze moeten op krachten komen voor we ze weer kunnen terugzetten in de stad. Want dat is de bedoeling: is er bij een nieuw gemeentelijk project plek voor een boom, dan kijken we eerst hier of er mooie, gezonde bomen beschikbaar zijn. En soms gaan ze zelfs weer terug naar waar ze vandaan kwamen.”

Hij loopt op twee dikke platanen af en laat trots de foto zien van een plataan op een enorme oplegger. “De eerste van deze van oorsprong drie platanen is vanuit het depot teruggezet bij Centraal Station, in de Conradstraat, waar ze weggehaald waren voor de bouw van het nieuwe station. Mooi toch?”

Diagnoses stellen

Als kleine jongen ging Ronald met zijn ouders altijd op vakantie naar de Veluwe. “Wij woonden in Zwart Nazareth (Schiedam), maar op de Veluwe is mijn liefde voor de natuur begonnen. Ik wilde boswachter worden en ben naar de Bosbouwschool in Velp gegaan. Via een uitzendbureau kreeg ik mijn eerste baantje als boomverzorger.” Hij zwierf van stad naar stad, tot Rotterdam zich meldde met de vraag of hij er als boomverzorger aan de slag wilde. Hij klom op in de hiërarchie tot één van de uitvoerders van de afdeling. Alles liep op rolletjes, maar daardoor zocht hij naar een nieuwe uitdaging. Het noodlot besloot hem te helpen.

Op zaterdag 7 juni 1997 vindt er een heftige storm plaats met veel schade aan de bomen in de stad. “En we hadden geen goed antwoord op de vraag waarom de schade zo enorm was”, vertelt Ronald. Het was voor hem het signaal zich nog beter te verdiepen in het stellen van diagnoses voor schade optreedt. Het is een vakmanschap dat de Duitser Claus Mattheck heeft geïntroduceerd. Dit stiel introduceert Ronald ook in de Maasstad: “Een systeem om te onderzoeken of een boom ziek of rot is, zodat we kunnen inschatten welk risico we lopen op schade tijdens een storm. En waar we kunnen, helpen we bomen gezond te blijven.”

Chirurg of dokter

“De oude benaming voor dit werk is boomchirurg. Men behandelde toen, zo’n dertig jaar geleden, wonden aan bomen en legde kompressen aan. Maar inmiddels is duidelijk dat teveel ingrijpen niet goed is. Als je aan de bast krabbelt, dan breng je juist ziekmakende sporen over op gezond hout. We weten nu dat we de natuur zoveel mogelijk haar werk moeten laten doen.”

Zoveel mogelijk betekent dat Ronald slechts af en toe een handje helpt. Daarom noemt hij zichzelf dokter en niet chirurg. “Ik ondersteun bomen zoals een dokter zijn patiënten. Als een boom op leeftijd komt, gaat hij mankementen vertonen en moet wat vaker naar de dokter. We controleren elk jaar op beschadigingen, zwamgroei en ouderdomsgebreken. Dat alles komt in een computersysteem te staan, zodat we precies weten welke bomen we extra zorg moeten geven.”

Spaghetti in de grond

Zijn team telt nu zes personen. Met elkaar zorgen ze ervoor dat er minder schade optreedt in de stad ten gevolge van aantastingen aan bomen. “Als een tak afbreekt, kan de eigenaar van de boom bij onvoldoende zorg voor de schade opdraaien. Dat risico proberen wij te verminderen door de bomen te inspecteren en te verzorgen als dat nodig is.” Sinds de jaarlijkse boomveiligheidscontroles zijn gestart is het aantal schadegevallen drastisch minder geworden.

Daarnaast is het inzicht sterk gegroeid. Aan zwamgroei, kleiner blad en dood hout in de kroon kan Ronald zien in welke conditie een boom verkeert. “Bomen in de stad hebben niet het eeuwige leven. Vergeet niet: een boom hoort in het bos thuis. Wij hebben hem naar de stad gehaald als decoratie. We moeten ze voldoende ruimte geven en er zo goed mogelijk voor zorgen. Maar we hebben behoefte aan internet en onze eigen behoefte moet ook afgevoerd worden. In de bodem is het een spaghetti van draden, buizen en leidingen. Daar moet die boom tussen staan, maar dat beperkt meestal zijn levensverwachting. We zorgen zo goed mogelijk voor ze, maar soms moeten we een boom vervangen.”

Voor de oorlog

Daarom is er de Stadskwekerij. “Gangbare soorten stadsbomen, zoals platanen, iepen, linden en acacia’s, kweken we zelf. Minder gebruikelijke bomen kopen we bij kwekers in. Als er ergens in de stad een boom doodgaat, vervangen we die vanuit de Stadskwekerij.”

In het ene geval levert dat minder gedoe op dan in het andere. Neem de Anne Frank-kastanjeboom in Amsterdam. Toen die gerooid moest worden, werd zij wereldnieuws. Ook Rotterdam kent monumentale bomen. “Een aantal net buiten het centrum en een enkeling in het centrum. Zij hebben het bombardement en de daaropvolgende brand overleefd en ze overleefden ook de Hongerwinter, waarin veel bomen zijn gekapt. De paar bomen die er nog zijn, hebben ook voor ons grote emotionele lading. De Lijnbaanplataan, die oorspronkelijk in de tuin stond van het door het bombardement verwoeste Coolsingelziekenhuis. In het ontwerp van de Lijnbaan is op voorspraak van de afdeling Bomen rekening gehouden met deze boom. Vandaar dat plein. En de Breitenbachplataan, die op een schiereiland in de Westersingel staat. De rode beuk op het Emmaplein. En de bomen die langs de Heemraadsingel werden geplant rond 1870. Ik heb gehoord dat die bomen niet zijn gekapt in de oorlog, omdat er zoveel Duitsers aan deze singel woonden. De mensen durfden ze niet om te hakken, bang voor represailles.”

De monumentale bomen krijgen speciale zorg. “Zo halen we rond de Breitenbachplataan om de vijf jaar het gazon weg en hogen het schiereiland op met verse grond. Op het Emmaplein hebben we de groeiplaats van de beuk verbeterd en een laag hekje geplaatst om beschadigingen door onder andere parkerende auto’s tegen te gaan.”

Groener dan je denkt

Ronald praat met liefde over de bomen in de stad. Zijn ogen gaan extra glimmen als hij het heeft over les grandes dames van de stad, maar elke boom is hem even lief. “Groen in de stad is nodig; hoe meer groen, hoe prettiger mensen zich voelen. Als ik in Duitse of Belgische steden kom, waar minder bomen staan, bekruipt me altijd een kil gevoel. Ik mis het groen. En ondanks de druk op de buitenruimte, lukt het ons in Rotterdam nog altijd de stad flink groen te houden.”

“Je zou het misschien niet zeggen, maar wij horen tot de groenste steden van ons land. Met de meer dan 600.000 bomen in Rotterdam, kun je stellen dat we een boom per inwoner hebben.” Er staan er 160.000 in straten, op pleinen, langs wegen en singels en in plantsoenen en parken. De overige 450.000 vind je in natuurlijke groenstroken en percelen als het Zuiderpark en het Kralingse Bos. “Kijk hoeveel inwoners naar onze parken trekken op een mooie dag. We kunnen niet zonder onze bomen.”

Bomenroute

Ronald Loch en zijn collega’s hebben een speciale route gemaakt langs alle monumentale bomen in het stadshart. Wil je meer weten over ‘les grandes dames’ van Rotterdam, volg dan de route die je vindt op www.rotterdam.nl/bomenroute.