Kloppend hart van Rotterdam

Lekker fit je leven in

Sander Grip Tekst
Marieke Odekerken Beeld

Rotterdam Sportstad. Het klinkt zo mooi, maar je hebt weinig aan die kreet als de jeugd aan chronisch overgewicht lijdt. Daarom begon de gemeente in 2005 met Rotterdam Lekker Fit!, een programma om kinderen in beweging te krijgen en gezondere voedingskeuzes te laten maken. Met succes: wie op schoolpleinen en in peuterspeelzalen en gymzalen kijkt, ziet blij rondrennende kinderen. Rotterdam heeft sport en spel weer leuk gemaakt.


Spelen

Kinderen zijn niet gemaakt om stil te zitten. Daarom staat elke dag op de Peuteracademie Provenier in het teken van bewegen. “De kinderen zitten weinig bij ons”, vertellen leidsters Els Waanders en Anita Nijsse. Zit je stil dan leer je niets, is de bondige filosofie van de twee kordate dames. En: vies worden, mag. “Wij zijn elke dag buiten te vinden, weer of geen weer. Als kind ontdek je spelenderwijs de wereld, maar je ontwikkelt je zo ook, cognitief en motorisch. En in onze ogen kun je daar niet vroeg genoeg mee beginnen.”

In de Provenierswijk, een typische centrumwijk met drukke verkeerswegen en weinig ruimte waar je onbezorgd kunt spelen, is beweging niet vanzelfsprekend. Els: “Vroeger speelde je altijd buiten. Wij merken dat sommige kinderen vooral in de buggy gezeten hebben. Na een paar weken gaan zij beter bewegen en hun coördinatie gaat vooruit. Wij maken het leuk. We zien dat het werkt want ze komen altijd met een enthousiast gezicht binnen.”

‘Kinderen kunnen helemaal niet stilzitten dus dat moet je ook niet willen’

Enkele jaren geleden omarmde Katholieke Basisschool De Provenier de ‘Lekker Fit!’-gedachte en zo deed het programma ook zijn intrede bij de aan de school verbonden Peuteracademie Provenier. Een prima zet, vinden de dames. Anita: “Het maakt ons nog bewuster van wat we doen, al moet ik zeggen dat we nooit van die figuren zijn geweest van met zijn allen tegelijk knutselen aan een tafeltje of dat iedereen hetzelfde moet doen.” Els lacht: “Als je wil kleuren, ga je lekker kleuren. Maar als je niet van verven houdt en het moet toch, daar heb je niets aan. Laat ze maar lekker spelen. Kinderen kunnen helemaal niet stilzitten dus dat moet je ook niet willen.”

Anita: “En het mooie is: omdat de hele school is aangesloten, kunnen we met elkaar een programma opzetten dat loopt van twee tot twaalf jaar oud. Wij leggen de bodem onder een leven lang bewegen en een gezonde levensstijl.”

Gymen

Die bodem onder een leven lang sporten vindt een eerste vervolg tijdens de gymlessen op de basisschool. Hier gaat spelen over in ‘lichamelijke oefening’. Gym wordt van oudsher gezien als een soort bijvak waarin je een beetje je energie uit je donder kunt rennen. Een vak waarvan je de docent kunt wegbezuinigen als je geld moet besparen. Zet de juf of meester voor de groep en de kinderen rennen toch wel door.

Maar er is een wereld van verschil tussen rondjes rennen en lichamelijke oefening. Berend Poots kan het weten. Hij is vakdocent, gediplomeerd gymleraar, op basisschool De Wissel in Feijenoord. “Ik geef klassen drie keer per week gym; intensieve lessen waarbij alle kinderen tegelijk actief zijn.” En zijn les stopt niet bij de deur van de gymzaal. Berend laat zijn kinderen positief kennis maken met sporten en gezond leven. “Ik laat kinderen zien hoe ze balans kunnen vinden tussen bewegen, eten en doen. Ik praat met de directie over bewegen op school. En ik ben schakel tussen de schoolsportvereniging en school.”

‘Wij gymleraren zijn verantwoordelijk voor een beweegcultuur op school en dat gaat verder dan de gymzaal’

Berend ziet zichzelf en zijn collega-vakdocenten als gymleraren van de toekomst. “Willen we echt iets bereiken, dan moeten we een beweegplan voor school maken. Zo’n plan gaat over gymmen en over de momenten in pauzes en na schooltijd. Het is bewezen dat bewegen bijdraagt aan betere prestaties op school; cognitie levert slimme kinderen, bewegen levert gelukkige kinderen. Combineer dat en je krijgt in mijn ogen het beste resultaat. Maar dan moet er een breed besef ontstaan dat gym meer is dan leuke onderbreking van de schooldag. Actief leren is het beste, maar wij leren ze vanaf groep 3 stilzitten. Doodzonde. Wij zijn als gymleraren verantwoordelijk voor een beweegcultuur op school, wij moeten het voortouw nemen in het besef dat kinderen in beweging moeten komen en blijven. En dat gaat verder dan de gymzaal.”

Berend is ambitieus. Er zit vuur in zijn ogen als hij spreekt, zelf zit hij geen seconde echt stil. Hij is de verpersoonlijking van zijn woorden. Beweeg! Wees actief! Berend wil zelfs verder dan Lekker Fit! biedt. Zo is Berend voorstander van apparaatjes die je dagelijkse hoeveelheid bewegingen registreren: “Dat is toch mooi? Dan kun je de gymles afstemmen op de behoefte van elk kind persoonlijk!” Zelf bedacht hij het sportkompas, waarmee kinderen kunnen ontdekken welke sport bij ze past. “Het is nog in de testfase maar ik ben de gemeente dankbaar dat zij openstaan voor dit soort innovaties. Ik doe alles voor de kinderen en voor de kans om hen in beweging te krijgen. Van spelen op de peuterspeelzaal via gym naar een sportvereniging.

Sporten

Die laatste stap, van gym naar sport, is niet zomaar gemaakt. Sportclubs wijken steeds vaker uit naar de randen van de stad, waar nog ruimte is. Zo was er op Katendrecht geen sportvereniging te vinden toen hier de stadsvernieuwing serieuze vormen aan ging nemen. Voor basisschool De Globetrotter op de punt van De Kaap en Rotterdam Sportsupport was het reden samenwerking te zoeken met verenigingen van buiten deze landtong in de Maas.

De Globetrotter werd de eerste school in Rotterdam met een schoolsportvereniging. Monique Rikaart stond tien jaar geleden als vakdocent aan de basis van dit initiatief. Een gevalletje als Moses niet naar de berg komt: “Wij vroegen voetbalclub Spartaan ’20 op Zuid of zij een trainer konden leveren om les te geven in onze gymzaal en op het grasveld naast de school. Voor veel ouders was een club gewoon te ver weg. Toen we ermee begonnen was 24 procent van de kinderen bij ons op school lid van een sportvereniging. Nu tien jaar later is dat 89 procent en we geven naast voetbal ook judo, karate, dans, hockey en turnen.” Rotterdam telt inmiddels 26 schoolsportverenigingen en jaarlijks sluiten ruim 3.000 kinderen zich zo aan bij een sportvereniging in de stad.

Bij de schoolsportvereniging krijg je de kans een sport te ontdekken. Vind je het leuk, dan word je lid van de vereniging. “Het is niet school gebonden, maar wij helpen vanuit school mee aan gezond leven met een ruim aanbod van sporten in de buurt. De schoolsportvereniging is een middel om aansluiting te vinden tussen kinderen en sportclubs. En het mooie is dat kinderen de kans krijgen zelf een sport te ontdekken. Toen we begonnen, was het zo dat kinderen de sport gingen doen die een van de ouders deed. Nu kiezen ze voor zichzelf.”

En welke sport ze ook kiezen, net als Berend Poots, Els Waanders en Anita Nijsse is Monique Rikaart ervan overtuigd dat kinderen sport en beweging nodig hebben: “Via sport kun je jezelf ontwikkelen op zoveel vlakken. Je leert omgaan met winnen en verliezen, samenwerken en voor elkaar opkomen. Ze vormen een team en je zorgt er met je team voor dat je goed bent, dat je er voor elkaar bent. Dat zie je en leer je via sporten.”

Annemarie Wulffraat van Lekker Fit!

Weg met overgewicht

In 2005 luidde Rotterdam de noodklok: het percentage kinderen met overgewicht was nergens in ons land zo hoog als in de havenstad. En, erger, dat percentage bleef stijgen. Om deze trend een halt toe te roepen, zette de stad Rotterdam Lekker Fit! op. De idee, legt programmamanager Annemarie Wulffraat uit, was: “Uitvinden hoe we overgewicht kunnen tegengaan en hoe we kinderen in de stad meer kunnen laten bewegen.”

Overgewicht kent vele oorzaken die elkaar beïnvloeden. Zo helpt meer bewegen niet, als je ongezond blijft eten. Annemarie: “Daarom doen we meerdere dingen. Uiteraard zorgen we samen met de scholen voor goede beweging tijdens en na schooltijd. Tijdens de gymles staan er vakleerkrachten voor de groep. En we werken samen met sportclubs die na schooltijd les geven. Ook geven we voorlichting over leefstijl en voeding en we meten elk jaar hoe het met het overgewicht in de stad staat.”

Dat laatste is cruciaal: “Toen we in 2005 begonnen met Lekker Fit!, bleek er weinig onderzoek te zijn gedaan naar de manier waarop overgewicht tegen te gaan is. We zijn begonnen zonder garantie dat we de juiste maatregelen troffen. Inmiddels doen we ook onderzoek naar te nemen maatregelen. Door elk jaar te meten, zien we of we de juiste dingen doen.”

In 2013 kon de gemeente de wereld vertellen dat de stijging van het aantal kinderen met overgewicht tot stilstand was gebracht. Nieuwe cijfers uit 2015 laten zien dat het percentage te dikke kinderen nu zelfs daalt. Inmiddels doet ruim 50 procent van de Rotterdamse basisscholen mee. Deze scholen zijn vooral te vinden in wijken waar overgewicht het meeste voorkwomt. En peuterspeelzalen zijn ook op de Lekker-Fit!-trein gesprongen. “Gelukkig maar”, vindt Annemarie. “Het aantal kinderen dat met overgewicht aan de basisschool begint, was groot. Het programma alleen op de basisschool aanbieden, voelde als dweilen met de kraan open. We wilden kinderen zo vroeg mogelijk het plezier van bewegen laten ontdekken.”

Ondanks de positieve resultaten die de stad boekt, zijn er nog wensen. Zo vindt Annemarie dat een gebalanceerde leefstijl met gezond eten en veel bewegen alleen lukt als veel bedrijven en instanties in de stad meewerken: “Meer gezond voedselaanbod, geen reclame voor ongezond eten en meer uitdaging om te bewegen. De gezonde keuze moet de makkelijkste keuze worden.”