Kloppend hart van Rotterdam

Fijngevoelige afleider

Ilse Breget Tekst
Joost van der Vleuten Beeld

Zodra de rode neus opgaat, is niets meer normaal. De toch al speelse ogen van Mathijs Scheeper veranderen in de clownsblik van Hup. Vrolijk, snel en haarscherp ziet hij waarmee hij kan spelen. “Een clown kan namelijk ook ergens iets van vinden”, zegt hij. Maar het luistert nauw, fijngevoeligheid is essentieel. Het is de kunst een kind, en vaak de ouders, op speelse en gepaste wijze af te leiden en daarmee iets hartelijks te brengen.

Vandaag speelt Scheeper in het Ikazia Ziekenhuis op Zuid. “Gewoonlijk met mijn maatje Moes, vandaag alleen. We zijn op elkaar ingespeeld, kennen elkaars humor. We improviseren en hebben ook bepaalde setjes ontwikkeld, dingen die goed werken. Hup kan bijvoorbeeld absolúút niet hoofdrekenen…” Hij vertelt verder: “Het gaat om de lol, om dat je een kind iets gééft. Zo voelde een jongetje van zes zich helemaal trots omdat wij speelden ‘dat hij alles al wist.’

‘Het gaat om de lol, dat je een kind iets gééft’

Door dingen te verkleinen of juist vergroten, creëer je een nieuwe situatie en kan je iets in beweging zetten. Alleen al een gekke klank of een vrolijke zwaai verandert de energie in een ruimte”, vertelt Scheeper. De meeste kinderen reageren vrolijk op Hup, maar bij sommigen, bijvoorbeeld pubers, is het moeilijk iets te bereiken. Kinderen zijn soms heel ziek of heel bang. Maar nee is in de wereld van de clown net zo welkom als ja.

Scheeper werkt inmiddels zes jaar voor CliniClowns in verschillende ziekenhuizen in de regio. Drie dagen per week. Soms werkt hij elders als sociaalpedagogisch werker. Daarvóór was hij professioneel danser. “Maar die carrière had voor mij te weinig waarde. Nu klopt alles, mijn expertises komen bij elkaar in één baan.”