Kloppend hart van Rotterdam

De stad van… Carrie

Esther Wienese Tekst
Joris den Blaauwen Beeld

Carrie. Zonder achternaam. Een overblijfsel uit haar punktijd. “Punks gaven zo min mogelijk informatie om het systeem te traineren. Achteraf kinderachtig.” Jansen gebruikt Carrie alleen in haar werk als advocaat bij advocatenbureau Meesters aan de Maas.

Vanaf haar 22e leefde Carrie als stadsvernieuwingsnomade in het Oude Westen. “De leukste wijk van Rotterdam”, waar toentertijd de woningen achter haar kont werden gesloopt of gerenoveerd. Haar eerste van vier woningen in de wijk was in de Adrianastraat bij het Tiendplein. Pure nostalgie dus dat ze hier op de foto wil, vóór het elektriciteitshuisje dat iedereen kent.

Onder de naastgelegen onderdoorgang naar het Zijdewindeplein, waar Carrie vijf jaar woonde met haar zoon en dochter (inmiddels 36 en 26), zus en beste vriendin, is ze ooit bijna beroofd na een wel heel gezellige caféavond. “Sorry jongens, al mijn geld is in de kroeg”, lalde Carrie. Ze lieten haar door. Thuis ontdekte haar man dat de 10.000 gulden die ze ‘s middags uit hun winkelkassa bij zich had gestopt om naar de bank te brengen, nog in haar tas zat.

Onveilig heeft Carrie zich nooit gevoeld in deze wijk. “Voor de mensen die hier woonden was het niet gevaarlijk.”

De leukste tijd was toen er vanaf ’78 allemaal leuke jonge hippe Suri’s in de wijk kwamen wonen. “Eerst keken de witte en zwarte kant van de straat met argusogen naar elkaar, maar al gauw werd er over en weer gevreeën.”

De Surinaamse vrouwen steunden Carrie toen ze na de geboorte van haar zoon wilde werken. “Hoezo ‘ontaarde moeder’, zeiden ze. ‘Natuurlijk ga je werken!’ Zij werkten allemaal en zorgden samen met oma, tante en zus voor de kinderen.”

Als het aan Carrie had gelegen was ze oud geworden rond de Kruiskade. Maar toen haar huis op het Zijdewindeplein werd gesloopt, kreeg ze er geen meer terug. “Ik verdiende te veel.” Sindsdien woont ze in een koophuis op de Nieuwe Binnenweg boven Rotown. Ook leuk: “Ik kan naar beneden vallen en naar boven kruipen.”

Maar elke zaterdag fietst ze naar de West-Kruiskade. Voor de Surinaamse broodjes van bakker Havenaar, de merquez en de henna van slagerij Hasnoui, en de roti kip, de kousenband en de moksi metie van Kiem Foei. “Ik word hier altijd zo blij.”