Kloppend hart van Rotterdam

Ode aan de Rotterdammer

Michel Carree Tekst
Bouke Noorlander Beeld

Het verhaal achter deze expositie zal inmiddels genoegzaam bekend zijn. Ernest van der Kwast bracht vijf jaar lang elke maand een ode aan een bijzondere Rotterdammer. Hij deed dat in de talkshow Rotterdam Late Night. Zestig van deze odes zijn gebundeld in het prettige boekje Het wonder dat niet omvalt. Ernest van der Kwast werd uitgebreid geïnterviewd voor Gers! #12, het boek werd besproken in Gers! #14.

Genoeg aandacht derhalve voor auteur Van der Kwast? Geenszins! Van 17 september tot 8 januari volgend jaar vindt in Museum Rotterdam de expositie Ode aan de Rotterdammer plaats. De verhalen van Van der Kwast worden visueel omlijst door portretten van fotograaf Aad Hoogendoorn en gefilmde portretten van RTV Rijnmond. In de vitrines persoonlijke voorwerpen van de mensen die in het boek worden beschreven. Of, zoals het Museum Rotterdam het zelf omschrijft: een inspirerende en verrassende kennismaking met stadsgenoten.

‘Bewonder de paaldansoutfit van Cyra Soleil, snuffel aan de grasmat van de Kuip’

De moeite waard? Een bezoek aan Museum Rotterdam (aan het Rodezand 26, pal achter het Stadhuis) biedt uitsluitsel. De expositie is niet zo groot als gehoopt. Althans: je kunt er een aangenaam halfuurtje stukslaan, maar het gebodene smaakt naar meer. De vitrines vertellen onder andere het verhaal van Dr. Mau, dokter in de sambal. Bewonder de paaldansoutfit van Cyra Soleil, snuffel aan de grasmat van de Kuip en bekijk de Van Ghentkazerne op schaal. Ook gevangen in beeld en vitrine is Paul Lutz, alias Batterijen Paultje. Bekend van zijn marktkraam en zijn specialisme om alles wat tikt, zoemt of op afstand apparaten bedient te voorzien van nieuwe batterijen. Onder dit artikel de ode die Ernest van der Kwast aan hem wijdde: Gestolde seconden.

Te leuk om te laten

Kortom: wandel op je gemak de Meent af en breng een bezoek aan Museum Rotterdam. Te leuk om te laten, zeker als je het hele museum bekijkt, dat zich tot doel heeft gesteld het verhaal van onze stad te vertellen. Volwassenen mogen voor € 7,50 naar binnen, kinderen van 4 tot 17 betalen slechts € 2,50. Houders van Museumkaart, Rotterdampas, ICOM en Rembrandtpas lopen met gesloten beurs naar binnen. Het museum is geopend van dinsdag tot en met zondag van 11.00 tot 17.00.

Gestolde seconden

Vijftien jaar lang stond de kraam van Batterijen Paultje tegenover de Laurenskerk, maar bij de herindeling van de centrummarkt heeft hij een andere plek gekregen. Hij staat nu met zijn handel in het pad achter de bloemenverkopers, maar niet iedereen weet zijn nieuwe standplaats te vinden. De gevolgen zijn groter dan je zou denken. Op iedere marktdag hoort Paul Lutz talloze malen: ‘O, sta je hier.’ Het komt uit de mond van mensen die hem weken, soms zelfs maanden zoeken. Hun horloge stond al die tijd stil. Honderden horloges houden halt in de stad.

Foto: Aad Hogendoorn

Batterijen Paultje is gespecialiseerd in het vervangen van batterijen in horloges, afstandsbedieningen, thermometers en andere huishoudelijke artikelen. Het is ook mogelijk om je horlogeband bij zijn kraam te laten inkorten, of een uurwerk te laten repareren. Paul wordt bijgestaan door Martin, die op vrijwillige basis helpt en 85 jaar oud is. ‘Ik heb alle tijd,’ zegt hij met een glimlach die geen echte tanden bevat. In de laadruimte van het busje achter de kraam is de werkplaats van reparateur Menno. Er is een strikte werkverdeling. ‘Ik doe de routine en de klanten,’ vertelt Paul. ‘Ik mag de rotklusjes doen,’ zegt Menno. ‘Maar het is ook een soort therapie voor hem,’ voegt Paul eraan toe. En wat Martin doet? Het kost me een halfuur en dan heb ik hem door. Als Paul en Menno bezig zijn, neemt hij de horloges van klanten aan, zet een nieuwsgierige blik op, draait eventjes aan de stift of legt zijn oor op het glas, en geeft het klokje dan door. Ondanks dat de tijd stilstaat, vergaat hij zo toch.

Het is een komen en gaan van klanten. Steeds weer neemt Paul een ander horloge in zijn handen, een uurwerk dat opgehouden is met tikken, gestolde seconden op een digitaal plaatje. Batterijen Paultje opereert met een oogloep op, hij gebruikt een kastopener, pincet en soms ook een multimeter. Hij reanimeert en defibrilleert, en laat de tijd dan weer verstrijken. Ik moet denken aan de roman Een heilige van de horlogerie van Willem Frederik Hermans waarin een klokkenmaker elke week 1473 klokken en pendules moet opwinden in een paleis. Maar ‘heilig’ is misschien niet een passend adjectief voor Paultje. ‘Hij is de hele dag aan het flirten,’ zegt een vrouwelijke klant. ‘Hij is ondeugend.’

Er zijn op de centrummarkt nog twee horlogedokters actief. ‘Een Pakistaan en een Chinees,’ zegt Paultje. ‘Ze doen rare dingen.’ Meer wil hij er niet over kwijt, Menno wel. Hij krijgt regelmatig een horloge dat door de kwakzalvers is behandeld. ‘Ze maken de batterijhouders steeds kapot en trekken uurwerken uit elkaar,’ zegt hij. ‘Als je niet weet wat je moet doen, moet je het niet doen.’ Zelf heeft Menno lange tijd bij KPN gewerkt, waar hij zich ontfermde over printplaten. Het echte priegelwerk. Horloges zijn een fluitje van een cent voor hem; batterijen vervangt hij binnen een minuut, de meeste reparaties doet hij in een handomdraai. ‘Als ik een halfuur bezig ben met een horloge, dan gaat het licht bij mij uit,’ zegt Menno. Ik kijk naar de man in de bus, de kluizenaar tussen de klokken. Ik geloof hem op zijn woord.

Paul, Martin en Menno zien alles soorten horloges. Van plastic troep gewonnen op de kermis tot gouden Cartiers, van defecte Guess-horloges om ranke meisjespolsen tot peperdure Ebels van zonnebankbruine mannen die hun klokje in de kraam achterlaten om even verderop kibbeling te gaan eten. Het vervangen van een batterij in een horloge kost vier euro, bij duurdere, complexere modellen is de prijs tien euro. ‘Dat is nog altijd veel minder dan bij de juwelier,’ zegt Martin. ‘Bij Schaap en Citroen betaal je zo 130 euro. Daar verdwijnt het horloge eerst een week in een lade en dan krijg je het met schoonmaakkosten terug.’ Hij schudt zijn hoofd. ‘In een horloge is het altijd schoon,’ zegt hij. ‘Er zit namelijk een deksel op.’

Bij de kraam van Batterijen Paultje wordt alleen de achterkant van een horloge schoongemaakt, om te voorkomen dat er vuil in de kast valt als deze wordt geopend. Het schoonmaken geschiedt met een versleten tandenborstel, die nog van Martin geweest zou kunnen zijn, lang geleden, toen zijn glimlach nog uit een echt gebit bestond. ‘We hebben het zo druk als dat er horloges zijn gestopt in een week,’ zegt hij.

Gemiddeld gaat een batterij in een horloge anderhalf tot maximaal zes jaar mee. Paultje zweert bij zilveroxide batterijen van Maxell. Tot de tsunami in Japan gebruikte hij die van Sony, maar na de ramp werden de batterijen van mindere kwaliteit. ‘Er zijn ook geen goede alkaline knoopbatterijen meer te vinden,’ zegt de horlogemaker.

Volgens ingewijde bronnen heeft niemand meer verstand van batterijen dan Paultje. Hij weet van elke batterij waarvoor zij geschikt is. ‘Een SR41,’ zegt hij, ‘is voor een koortsthermometer. In autosleutels gaat een lithiumbatterij.’ Ooit stond er een vrouw met een trileitje voor hem. ‘Die had twee LR1’s nodig en een 23A voor de afstandsbediening.’ Sinds die dag weet Batterijen Paultje wat deze combinatie betekent. Eens in de zoveel tijd krijgt hij het verzoek voor deze batterijen. ‘O, dan weet ik wel waarvoor het is,’ zegt hij dan. Als de klant begint te blozen weet Batterijen Paultje dat hij gelijk heeft.

Alles trilt en tikt en de tijd schrijdt voort. De seconden vloeien, de wijzers draaien. Het alternatief voor het perpetuum mobile is op de centrummarkt voorbij de gerbera’s en de sorbet avalanche rozen te vinden.