Kloppend hart van Rotterdam

‘De pijn bij mij zit zo diep’

Pim Bijl Tekst
Petra van der Veer Beeld

Hij is de eerste en vooralsnog enige Nederlander die kampioen werd in de NBA. Francisco Elson (39), basketbalpionier uit Rotterdam. Vol vragen en pijn, sinds de dag dat zijn oudere broer Patrick plotseling overleed. Francisco was toen dertien jaar en kreeg een ongelooflijke drive om te slagen. Een leven vol opofferingen en succes, aan de hand van zes kenmerkende uitspraken.

Francisco Elson is een indrukwekkende verschijning met zijn 2 meter 10. Zijn antwoorden formuleert hij zorgvuldig. Elson denkt na. Wanneer hij zijn woorden kracht bij wil zetten, praat hij harder of klopt hij met gebalde vuist ritmisch op tafel. En soms vallen er stiltes, deze middag op het terras van Hotel New York.

‘Mijn grote broer betekende alles voor mij’

“Ik basketbalde nauwelijks, maar als ik dat deed, was het met Patrick in mijn gedachten. Mijn grote broer betekende alles voor mij. We lagen op één kamer en sliepen op een stapelbed. De dag dat hij overleed… Ik was dertien jaar. Er bestond daarna even niemand voor mij. Tering, hoe kon hij overlijden aan een hartstilstand, terwijl juist hij nooit ziek was? Ik had vragen, die niemand kon beantwoorden. Het is heel raar, maar dat heb ik nog tot op de dag van vandaag.”

“Na zijn overlijden is mijn hele denken en karakter volledig veranderd. De pijn bij mij zit zo diep, dat haal je er niet meer uit. De kracht die ik heb om bepaalde dingen door te zetten, komt door Patrick. Hij is mijn grote inspiratie. Ik ben in zijn voetstappen getreden, op het basketbalveld.”

“Maar wie ging mij op die leeftijd leren een superster worden? Ik had geen persoon die mij kon begeleiden in het basketbal. Elke dag was ik daarna op het speelveldje van het Henegouwerplein te vinden. Of op de Heemraadssingel. Om te spelen tegen jongens die ouder waren dan ik. Ik was er ook te vinden als het regende of wanneer het sneeuwde en het heel koud was.”

‘Ik zat in de middle of nowhere in Amerika’

“Toen ik 18 jaar was, stapte ik in het vliegtuig naar Amerika. Man, het enige dat ik van dat land wist, was van televisie. Ik had geen flauw benul wat mij te wachten stond. Ging er naar toe op puur geluk. Wilde zo goed mogelijk worden in het basketbal.”

“Ik zat in de middle of nowhere. Op Kilgore College in Texas. Tussen de kakkerlakken, die ik nog nooit eerder zo groot had gezien. Sommige jongens zonder speelminuten kregen heimwee. De mentaliteit op college is keihard. Je werd gepest als je niet speelde of niet goed genoeg was. Ik werd ook gepest of uitgelachen, omdat ik bijvoorbeeld niet goed genoeg was of vanwege mijn Engels. Maar dat heeft kort geduurd, omdat ik speelminuten ging maken.”

“Het was eenzaam. Vrienden kon ik wel maken, maar dat waren nog steeds niet de maten met wie ik was opgegroeid. Dat was lastig. Die jongens hebben een hele achtergrond en zagen mij als concurrent. Daar had ik in het begin moeite mee. In mijn achterhoofd wist ik dat ik een achterban had die mij steunde, maar dat uitte zich vooral telefonisch of door het schrijven van brieven. Er was nog niet echt internet. Krantenknipsels stuurde ik naar mijn moeder. Player of the week, player of the month, best defensive player…”

“Ik moest investeren in mezelf. Elke dag was ik in de gym te vinden. Ik zie er niet als uit The Hulk of Arnold Schwarzenegger, maar ik deed wel aan gewichten. Die innerkracht creëerde ik puur door mij te blokkeren van eenzaamheid en andere obstakels. Ik wilde mezelf bewijzen. Ik wilde spelen, beter worden, en had geen tijd om me zielig te voelen.”

‘Alles wat ik nu heb, heb ik aan het basketbal te danken’

“Dat ik werd gedraft, was in mijn ogen puur geluk. Ik haalde mijn gram, maar zo goed waren mijn statistieken niet. Ik ben 2 meter 10, skinny, atletisch en supersnel. Ze hebben mij waarschijnlijk op potentie binnengehaald. Er zijn miljoenen jongens die in de NBA willen spelen. Maar ik ben lang. En als je lang bent, maak je een kans. En ik had die drive. Die mentaliteit.”

“Het was een ongelooflijke droom om van zo’n pleintje als het Henegouwerplein naar de NBA te gaan. De Denver Nuggets behielden mijn rechten, in die zomer verhuisde ik naar Spanje, waar ik vier jaar speelde. Bij grote clubs: Barcelona, Valencia, Sevilla. Ik dacht dat de NBA er nooit meer van zou komen, maar op mijn 27e kwam het er toch van.”

“In mijn NBA-carrière heb ik geregeld in de basis gestaan, maar meestal kwam ik van de bank af het veld in. Het kampioenschap met de San Antonio Spurs in het seizoen 2006/2007 was het hoogtepunt uit mijn carrière in de NBA. Dat besef komt pas later. Bij de rondvaart door het kanaal van San Antonio met zoveel mensen langs de kant die onze namen schreeuwden. Bij het krijgen van de ring voor het kampioenschap. En in Rotterdam, toen ik werd gehuldigd in het stadhuis door burgemeester Ivo Opstelten. Op dat soort momenten zie je hoe mensen die prestatie waarderen.”

Barack Obama

“Het was écht fantastisch. Maar weet je, als topsporter is er altijd een volgend doel. Er is weinig tijd om stil te staan bij successen. Nadat ik gestopt was, begon ik er pas over na te denken wat ik had gerealiseerd. De enige Nederlander die op college NIT kampioen is geworden. Ik ben na Rik Smits de tweede Nederlander die in de NBA-finale heeft gespeeld, en de enige die kampioen is geworden! Bij Barcelona heb ik in 2001 het kampioenschap de Copa del Rey gewonnen, en ik heb de Europese Final Four gespeeld. Man, ik heb zelfs koning Juan Carlos I en Barack Obama een hand gegeven.”

“Dan mag ik nu wel arrogant kijken en trots zijn, want ik weet dat ik veel bereikt hebt als basketballer. Al zal ik mij nooit anders gedragen. Ik doe normaal, zeg ik zelf. Maar ik weet ook: zonder basketbal had ik dit nooit bereikt. Ik heb mijn studie op UC Berkeley niet helemaal afgerond. Alles wat ik nu heb, heb ik aan het basketbal te danken. Punt.”

‘Ik kom uit Rotterdam, gast’

“Na mijn carrière was blijven in Amerika een optie. Ik had assistent-coach kunnen worden op mijn oude school, waar ik op mijn twintigste het spelletje heb geleerd. Maar ik koos voor een terugkeer naar Nederland. Mijn familie en al mijn vrienden wonen hier.”

“Ik wilde vooral dichterbij mijn ouders zijn. Die zag ik zo ontzettend lang niet of slechts weinig. Ze worden ouder en daardoor krijg ik sentimentele gevoelens. Ze hebben veel voor mij betekend. Het gekke ervan is dat mijn ouders vaak en lang in het buitenland zijn. Om te overwinteren. Haha, dan denk ik: waarom ben ik dan teruggekomen? Maar ik vind het leuk om gewoon bij ze te zijn. Om tijd met hen, mijn zus, neefje en vrienden door te brengen. Mijn ouders hebben hun eigen leven en zijn gepensioneerd. Maar het is fijn dingen te bespreken. In een ander land iets gaan doen, kan altijd nog.”

“Het mooiste vind ik dat zij door mij op plekken zijn geweest, waar ze nooit van hadden durven dromen. Zo hebben ze belangrijke wedstrijden in de NBA gezien. Die momenten koesteren ze. Er hangen foto’s van in hun woning. Ik ben trots dat ik dat heb kunnen bewerkstelligen.”

Hardwerkende mensen

“Ik ben natuurlijk lang weggeweest uit Rotterdam. Nu leer ik rustig de weg hier kennen. Ik ken niet de hele geschiedenis van Rotterdam, maar ik kom wel uit deze stad. En ik probeer dat te representeren op mijn manier. Als iemand mij vraagt: waar kom je vandaan? Dan zeg ik trots: ik kom uit Rotterdam, gast.”

“Een stad met hardwerkende mensen. Dat spreekt mij aan. De mensen die in Rotterdam wonen, hebben een natuurlijke band met elkaar. Rotterdammers horen bij elkaar. Dat vind ik prettig. Ik sluit goed aan bij Rotterdam. Rotterdammers zeggen direct zoals het is. Geen geintjes. Recht voor je raap. Zo ben ik ook. Denk ik.”

‘Ik ben nog nooit verliefd geweest’

“Ik ben nog nooit verliefd geweest. Wist niet of ik dat wel kon. Omdat ik zo met mijn sport bezig was, wilde slagen. Ik moest als topsporter weinig aan mijn kop hebben. Verliefd worden kan denk ik altijd, maar ik positioneerde mijzelf in een situatie waarin ik weinig tijd had voor andere dingen. Ik ging de mensen laten zien wat ik kon en heb dat gedaan.”

“De meeste vrienden van mij zeggen dat ik een autist ben. Ik zeg van niet. Ja, ik houd er van als alles netjes en recht staat in mijn appartement. Daar is niks mis mee, toch? Zo heb ik meer dingen. Bijgeloof. Gewoonten. Ik doe altijd eerst mijn linker sok aan. Altijd! Vroeger deed ik bij het basketballen mijn sokken binnenstebuiten aan. Voor een wedstrijd begon, moest ik altijd als eerste op het veld zijn. Uren van tevoren ging ik er al naar toe. De focus begint dan voor mij.”

‘De meeste mensen begrijpen mij niet’

“Bang om gekwetst te worden, ben ik niet. Ik ben niet bang dat iemand mij pijn doet. Mijn pijn is al veroorzaakt, en die zit heel diep. Dat zit er al sinds 1989, sinds het overlijden van mijn broer. Dat zit zo ontzettend diep, man. De meeste mensen begrijpen mij daarom niet.”

“Ik weet niet of ik mijzelf herken in hem. Ik was zo jong. Dertien, dan zie je dat nog niet. Ik was speels en kinderachtig. Hij zat op de Hogeschool in Rotterdam, en was goed in wiskunde. Hij was slimmer dan ik in ieder geval.”

“Er zit een drive, potentie in mij die ik wil laten zien. Ik ben beginnend ondernemer en ga het gewoon proberen. Gedreven om het zo goed mogelijk uit te voeren. Dus op goed geluk. Patrick is mijn grote inspiratie geweest. Wat ik heb bereikt, komt door hem, omdat hij over mij waakt. Ik heb iets gedaan wat hij ook deed, en heb het verder geschopt dan iemand ooit had verwacht.”


‘Als ondernemer heb ik dezelfde vastberadenheid’

Als Francisco Elson wordt gevraagd te vertellen over zijn topsportbeleving en belevenissen, doet hij dat graag. Zo heeft hij lezingen gegeven bij clubs als Feyenoord, Excelsior en Barendrecht. En hij is ambassadeur van Rotterdam Topsport. Vurig hoopt hij dat de basketbalsport in Nederland ooit meer aanzien krijgt.

Maar bovenal is Elson, 39 jaar, nu een gedreven beginnend ondernemer. Hij moet er als investeerder in het bedrijf Flexpower – een product van topsporters voor topsporters – dat in Amerika en Azië al onder de topsporters bekend is, voor zorgen dat het product ook in Europa succesvol op de markt wordt gezet. “Het is een verwarmende sportcrème uit een tube dat de sporter ondersteunt tijdens, gedurende en na de training of wedstrijd”, legt Elson uit. “Het is puur ter ondersteuning bij het opwarmen van spieren en gewrichten, het is geurloos en heeft een penetrerend gevoel.”

Hij is terechtgekomen in een totaal andere wereld dan het basketbal. “Tuurlijk denk je na over de dagen en jaren na je sportcarrière. Het zogenoemde zwarte gat, het kan iedereen overkomen. Ik kan uren over mezelf praten, maar nu ik ben gestopt met basketballen als enige Nederlands-Surinaams NBA-kampioen is het wel afgelopen. Als het klaar is, is het klaar. En ondernemen is ook topsport. Ik heb dezelfde vastberadenheid. Ik zou graag willen dat sporters die nu nog geen crème gebruiken, Flexpower eens proberen.”