Kloppend hart van Rotterdam

‘Ik leef mijn droom’

Serga van Roon Tekst
Jos Kotmann Beeld

Hij draait al decennia mee in de (inter)nationale dance scene. Als dj, als producer en tegenwoordig ook als begeleider van nieuwe talenten. Luciën Foort (42) is nog steeds een van de meest gevraagde Nederlandse dj’s. En als het aan hem ligt gaat hij door tot zijn honderdste. “Een optreden is succesvol als ik mensen mee kan nemen op een creatieve reis. Dat de muziek zo goed is, dat het niet uitmaakt of op dat moment de bliksem inslaat.”

Hij noemt zijn studio in Rotterdam het ‘epicentrum van Luciën Foort’. Deze studio vormt het hart van zijn bedrijf Melody Paradise. Hier zetelt het management, komen de boekingen binnen, bereidt hij zijn sets voor en werkt hij aan nieuwe releases. Veel state-of-the-art apparatuur, verschillende opnameruimtes, een gigantisch mengpaneel en honderden knopjes en schuifjes.

‘Muziek heft de Babylonische spraakverwarring op’ 

Wereldhit

Lucien ‘the Dreadman’ scoorde zijn eerste hit in 1991: ‘Quadrophonia’, met de gelijknamige (rave)band. Een wereldhit. Hoe is dat, om op je tweeëntwintigste zo’n succes te hebben? Luciën: “De hel op aarde! Ik was nog zo jong. Gelukkig had ik heel nuchtere ouders, maar ik voelde me erg alleen. Het heeft mijn hele jeugd veranderd. Het succes bleef maar voortduren, want Quadrophonia werd uiteindelijk in elk continent een hit.” Twee jaar lang toerde hij over de hele wereld. “Het is gek wat er met je gebeurt als je bekend bent. Dingen die mensen niet aan hun buren durven te vragen omdat ze te privé zijn, durven ze wel aan mij te vragen.”

Ik leef mijn droom

In 1995 ontdekte Luciën het dj’en. Zijn ster rijst snel als hij resident dj wordt bij vooraanstaande internationale clubs als Gatecrasher, Mint en Pacha in Buenos Aires. Ook draait hij op events als Indian Summer, Mysteryland, Big Room Lovers en Solar. Ondanks zijn drukke draaischema, duikt hij ook nog regelmatig de studio om remixen te produceren. Zijn stijl is het beste te omschrijven als progressive house, denk aan Avicii, Deadmau5, en Swedish House Mafia. Luciën: “Ik zoek tegenwoordig wat meer de balans en draai minder in het buitenland. Ik pik enkel nog de krenten uit de pap. Er gaat veel energie zitten in een performance. Het kan slopend zijn, je bent altijd ‘s nachts en in het weekend bezig.” Niet dat hij wil klagen, want: “Ik heb al mijn ambities waargemaakt. Ik leef mijn droom!”

Foto: aangeleverd Lucien Foort

De dj als halfgod

Er is veel veranderd in twintig jaar. Dj’s zijn tegenwoordig halfgoden, de toppers ontvangen een klein fortuin voor een optreden. Luciën: “Mensen zoeken hun goden tegenwoordig dichterbij. Dj’s zijn nu sterren geworden, de nieuwe helden. Maar wat veel mensen niet in de gaten hebben, is dat er een heel ding achter zit. Je komt niet alleen even twee uur draaien. Mensen denken van Afrojack dat hij zomaar aan is komen waaien. Maar ik weet dat die jongen al heel lang en heel hard aan de weg aan het timmeren was voordat hij doorbak. Los daarvan: je moet je optreden voorbereiden, je hebt te maken met contracten, boekingen, facturen. Lastig, want als dj ben je vooral goed in muziek. Maar ik heb gelukkig een goed team om me heen.”

‘Mijn fans hebben de last say’ 

Goudzoekers

Aan goede dj’s geen gebrek in Nederland. Luciën: “Nederland is hofleverancier. Dat komt omdat we een grote club scene hebben. Nederlanders zijn niet snel onder de indruk, dus je moet hard werken om er bovenuit te steken. Maar er is nu een tweespalt aan het ontstaan. Er zijn veel goudzoekers, de Milli Vanillitjes (red. duo dat Grammy moest inleveren wegens playbacken) die even snel wat geld willen verdienen. Zij kunnen zich niet meten met de groten der aarde.”

Voor Luciën geldt: stilstand is achteruitgang. “Ik blijf mezelf ontwikkelen. Het niveau van vandaag is de ondergrens van morgen. Als het aan mij ligt ga ik door tot mijn honderdste. Zolang ik het fysiek volhoudt en zolang de fans het leuk vinden. Zij hebben de last say. Het mooie van mijn vak: mensen begrijpen elkaar terwijl ze elkaars taal niet spreken. Door muziek wordt de Babylonische spraakverwarring opgeheven. Een van de mooiste momenten ooit, was toen ik in 2003 op Extrema Outdoor draaide. Er was negentig procent kans op regen, die dreiging hing de hele tijd in de lucht. Precies op het moment dat er een waanzinnige saxofoonsolo werd gespeeld, brak de zon door.”