Kloppend hart van Rotterdam

En nou?

Kees Vrijdag Tekst
Foto: Marieke Odekerken

In december 2012 was er een voorvertoning voor ooggetuigen van de film ‘Het Bombardement’. Een van de vrouwelijke ooggetuigen zei na afloop van de film “En nou?”

De stad was een puinhoop. De rook en de stank hingen nog overal. Drie dagen na het bombardement zaten de stadsbobo’s bij elkaar in de tuin van ‘Mr. K.P.’. Zij stelden zich ook de vraag: “En nou?” Ze lieten er geen gras over groeien en gingen gelijk ‘Aan den slag!’. De angst dat andere Hollandse steden goed garen konden spinnen bij onze verwoeste economie, was een belangrijke drijfveer. Dus de beuk er in. Op 18 mei 1940 werd de opdracht gegeven een plan te maken. The rest is history. Een heel spannende geschiedenis, met grote belangen en tegenstellingen. Je zou er nog eens een goede film over kunnen maken, aldus onze stadsprofessor Paul van de Laar.

In het Architectuurjaar 2007 heeft de stad haar brandgrens herontdekt. Met dank aan de 120 schijnwerpers van ‘Mothership’ die de brandgrens toen tijdelijk markeerden. Sinds 1988 was er alleen een gedenksteen aan de Statenweg. Een handjevol stadgenoten en veteranen hielden de fakkel brandend als ‘een lopend vuurtje’. Nu komen er hele schoolklassen.

‘Waarom dat gemillimeter op en rond terrassen?’

De herdenking van het bombardement staat nu als een huis. Dat moeten we zo houden. Maar de uitspraak van de Rotterdamse die het allemaal had meegemaakt ‘En nou?’, vind ik intrigerend. Na 1945 werd eerst de haven hersteld. Daarna de banken op de Blaak, winkels op de Lijnbaan, nieuwe warenhuizen rondom het Beursplein.

In deze crisis zitten we te springen om de pioniersdrift van de periode na het bombardement. Leegstaande panden moeten opnieuw een functie krijgen waar de mensen wat aan hebben. Denk aan de plinten op het Weena, de Coolsingel, de Blaak en de Westblaak.

Probeer eens een free-zone uit in de ‘achterkanten’ de binnenstad. Waarom dat gemillimeter op en rond terrassen? Als het echt te dol wordt – en wie maakt dat uit? – zet je het weer terug in het gelid. Regelzucht past niet bij een stad die nog steeds herbouwt, verbouwt en opbouwt. Zo’n stad geeft mensen en initiatieven de ruimte.