Kloppend hart van Rotterdam

In oude luister vernieuwd

Gers! magazine Tekst
Hans Reitzema Beeld

Ron Weil is al 25 jaar personal shopper bij in de Bijenkorf aan de Coolsingel, maar fan van de keten is hij al een leven lang. “Toen ik twaalf was, ging ik met mijn ouders op vakantie naar Italië. De dag voor vertrek ging ik dan met de tram naar de Bijenkorf. Dior-zeep halen voor op reis; de ultieme luxe.” Weil is trots op ‘zijn’ winkel. Een gevoel dat aangewakkerd is met de recente vernieuwing van het complex: “Prachtig hoe we een geheel vernieuwde herenafdeling hebben gekregen, de begane grond helemaal veranderd is en we tegelijk de historische waarde van het gebouw en zijn bijzondere architectonische elementen weer naar voren hebben gehaald.”

Het pand van de Bijenkorf, dat een prominente plek inneemt aan de Coolsingel is een voorbeeld van de bijzondere wederopbouwarchitectuur die in Rotterdam verrees na de Tweede Wereldoorlog. Het is een ontwerp van de Amerikaanse architect Macel Breuer. Bij de recente vernieuwing van het pand, is onder meer de blauwe zonwering en de verlichting in de kleinere ramen en de loggia’s teruggebracht in oude stijl. Zo is de grandeur van Breuers ontwerp bij het invallen van de avond weer zichtbaar. Weil stelt trots dat dit een bijdrage is van de winkelketen aan de herinrichting van de Coolsingel, die in volle gang is.

“Er is de laatste jaren een enorme herwaardering ontstaan voor wederopbouwarchitectuur”, gaat Weil verder tijdens een wandeling door de winkel. “Daar is de Bijenkorf natuurlijk een schoolvoorbeeld van. Niet alleen aan de buitenkant vind je de oorspronkelijke elementen terug. Kijk ook naar deze betonnen kolommen, wijst hij naar de zuilen op de verdieping met damesmode. In de jaren tachtig werden die zoveel mogelijk aan het zicht onttrokken met bekledingen en versiersels. Nu zijn ze weer in originele staat teruggebracht en mogen ze gezien worden.” De zuilen worden extra benadrukt door een kring van licht aan het plafond en het patroon van de rechte lijnen dat de zuilen vormen, herinnert aan de opzet van Breuer, die als eerste internationaal bekende architect drie wederopbouwpanden ontwierp in ons land.

Smaak

Buiten is het donker en regent het maar als we afzakken naar de afdeling herenmode, blijkt alles er helder, licht en kleurig. Het licht is koeler en de aankleding wat strakker dan elders in de winkel. “Wat meer afgestemd op de mannelijke smaak”, glimlacht Weil.

Weil blijft staan bij het oude trappenhuis dat in oude glorie hersteld is en fraai verlicht een duidelijke eyecatcher vormt. “Mooi, hè? Ook dit trappenhuis is jarenlang verstopt geweest, maar mag nu weer gezien worden.” Met een beetje fantasie zie je hier huisvrouwen en zakenmannen uit de jaren vijftig afdalen. Verder valt op dat de herenafdeling veel ruimer lijkt te zijn en meer te bieden heeft. En er is nu natuurlijk die nieuwe hoek. Het domein van Weil zelf.

Lounge

Die hoek van de herenafdeling is de personal shopping lounge. Hier helpt Weil Rotterdammers, die graag gebruik maken van zijn kosteloze service en advies. “Vaak zijn het serieuze carrièredames en –heren, vele zijn vaste klant. Dan zijn we een middagje bezig en dan gaan ze met een complete garderobe weer de winkel uit.

Ik ben daarbij geen dicterende stylist; de identiteit van de klant staat voorop, want het gaat erom hoe hij of zij eruit wil zien. Daar ben ik naar op zoek, want mijn klanten moeten zich wel prettig voelen in de kleding die ze uiteindelijk aanschaffen. De uitdaging is de kleding te vinden die klopt met de omgeving waarin de klant zich beweegt. Je communiceert tenslotte ook met je kleding.”