Kloppend hart van Rotterdam

Van waardeloos afval naar waardevolle mode

Anouk Ama Tekst
Marc Blommaert Beeld

Wie dacht dat circulair ondernemen alleen populair is onder hippe, duurzame startups, krijgt ongelijk. Ook Rotterdamse modebedrijven hebben de circulaire gedachte omarmd. Neem een voorbeeld aan Fruitleather, KEES Slow Fashion en Beat The Bag: vanuit de gedachte dat iets waardeloos iets waardevols kan worden, verwerken zij Rotterdams afval tot nieuwe producten en materialen.

Fruitleather: ‘We willen de leerindustrie overnemen’

Hugo de Baan (links) en Koen Meerkerk

“Voor ons afstuderen moesten we een project verzinnen dat veel publiciteit zou opleveren. We wilden absoluut iets doen met afval, maar wat precies, dat wisten we niet. Later zagen we dat een groot deel van dat afval fruitafval was, dus besloten we ons daarop te richten. We reden aan het einde van de dag met boodschappenkarren over de markt en haalden het niet-verkochte en rottende fruit op. Daar zaten we dan met kilo’s rottend fruit, maar zonder idee wat ermee te doen.

We probeerden van alles, maar weinig ideeën leken vruchtbaar. Dat veranderde toen we een pap van frambozen hadden laten drogen in de zon: al het vocht was verdampt en de frambozen waren veranderd in iets wat qua uiterlijk leek op leer. Dat was ook wel de enige overeenkomst, want qua stevigheid en uithoudingsvermogen leek het verre op leer. Toch geloofden we dat het iets kon worden, dus onderzochten we de mogelijkheden. We experimenteerden, deden onderzoek en uit-

eindelijk was daar het eerste stukje fruitleer. Als afstudeerproduct maakten we een tas van perziken en deelden een foto daarvan op social media, die razendsnel werd opgepikt door Jan en alleman. Voor we het wisten was onze tas van perzikleer wereldberoemd. Dat afstuderen zat dus wel goed, maar de keerzijde van al die media-aandacht was dat Fruitleather sindsdien wordt geassocieerd met een product. En dat is niet ons doel. Wij willen geen eindproduct maken, maar leverancier zijn van duurzaam materiaal waarmee we de wereldwijde leerindustrie kunnen overnemen.

Dat klinkt misschien ambitieus, maar wij zijn ervan overtuigd dat fruitleer echt als vervanger kan dienen van dierlijk leer. Dan moet ons fruitleer wel net zo sterk en waterbestendig zijn als dierlijk leer en zover zijn we nog niet. We werken hard om de magische formule onder de knie te krijgen en straks een duurzaam materiaal op de markt te kunnen brengen. Tot die tijd proberen we mensen vooral te laten inzien dat fruitafval niet waardeloos is, maar dat je het kunt omzetten in iets waardevols.”

KEES: ‘Duurzaam ondernemen betekent ook mensen recyclen’

Marit Roosen

“Voordat ik met KEES begon, maakte ik me druk over de Nederlandse consumptiemaatschappij. Ik vond dat we te veel verspilden en zowel spullen als mensen te snel aan de kant zetten. Ik wilde onze samenleving veranderen, maar wist niet goed hoe. Toen ik een keer op Pinterest keek, kwam ik mode tegen die gemaakt was van fietsbanden. Hoewel het er niet uitzag en ook nog eens onbetaalbaar was, vond ik het wel tof omdat het was gemaakt van restafval. Ineens dacht ik: dit kan ik ook! Ik kan naaien, heb een naaimachine van mijn oma staan en kan ook vast wel ergens fietsbanden regelen. Wat nou als ik kleding en accessoires van fiets- en autobanden maak die wél modieus en betaalbaar is? Dan help ik het milieu, de samenleving én maak ik mezelf gelukkig. En zo ontstond KEES.

Via particulieren en bedrijven verzamelde ik fietsbanden en later ook binnenbanden van vrachtwagens. Het voelde goed om restafval om te zetten in nieuwe spullen en op die manier verspilling tegen te gaan. Maar ik wilde met KEES graag duurzamer zijn dan dat. Ik wilde niet alleen iets bijdragen aan het milieu, maar ook aan onze samenleving. Daarom besloot ik bijstandsmoeders en jongeren met een geestelijke beperking in te huren om mijn spullen te naaien. Enerzijds profiteer ik daarvan omdat ik me zo meer kan bezighouden met het ontwerp, maar anderzijds help ik hen ook om een vak te leren zodat ze sneller een betaalde baan kunnen vinden. Die samenwerking loopt nu goed, maar zou nog beter kunnen. Mijn grote ambitie is dan ook om over vijf jaar samen te werken met de gemeente en KEES als officiële stagewerkplek aan te bieden aan mensen met een arbeidsmarktbeperking.

KEES is op dit moment nog niet volledig circulair, omdat ik materialen gebruik die niet recyclebaar zijn. Maar ik gebruik wel restafval om er nieuwe, betaalbare mode van te maken en bied werkgelegenheid aan mensen met een arbeidsmarktbeperking. Op die manier probeer ik zo duurzaam mogelijk te ondernemen op alle gebieden: economie, ecologie en maatschappij. Daarmee geef ik niet alleen iets terug aan onze planeet, maar ook aan onze samenleving.”

Beat the Bag: ‘De tas is een tastbaar voorbeeld van verduurzaming’

Lisanne Addink – Dölle

“Toen Beat the Bag in 2016 ontstond, werkte mijn bedrijf VerdraaidGoed aan een opdracht voor de WE Fashion. Die had ons benaderd met de vraag of we hun campagnedoeken wilden recyclen en als nieuw product konden terugbrengen in het bedrijf. In datzelfde jaar werd in Europa de gratis plastic tas verboden. Dat bracht me op het idee om de WE-campagnedoeken te vernaaien tot tassen, die in de winkel konden worden verkocht in plaats van de gratis plastic tas. Het bleek een enorm succes: de WE was blij met hun unieke product en het hergebruik van hun restmateriaal, en bovendien hadden wij werkgelegenheid gecreëerd door mensen met een arbeidsmarktbeperking het naaiwerk te laten doen. En zo ontstond Beat the Bag: een bedrijf dat naaibaar restmateriaal van bedrijven omzet in tassen voor deze bedrijven.

Waarom de tas zo aanslaat? Ik denk omdat het een heel tastbaar voorbeeld is van verduurzaming. Ik heb gemerkt dat veel bedrijven verduurzaming als complex ervaren en er daarom niet aan beginnen. Maar zodra ze met eigen ogen zien welke concrete dingen er gemaakt kunnen worden van hun afval, wordt de stap naar duurzaam ondernemen kleiner. Ik geloof dat bedrijven eerder zullen verduurzamen als zij op een positieve en leuke manier worden geïnspireerd dan wanneer zij met een wijzend vingertje worden aangesproken. Daarom probeer ik niet te zeggen ‘nee, dat moet je niet doen, want dat zorgt voor afval’, maar wel ‘ik snap dat je dat wilt doen, laten we samen kijken hoe het beter kan’.

Maar ik denk ook dat Beat the Bag zo’n succes is, omdat het concept ook bijdraagt aan onze samenleving via de lokale productie door mensen met een arbeidsmarktbeperking. Beat the Bag is daarmee duurzaam, lokaal én sociaal. Hierom zijn wij ook door het Rode Kruis benaderd om Beat the Bag op Sint-Maarten te introduceren. Lokale inwoners gaan tassen naaien van orkaanafval en die vervolgens verkopen als souvenir aan toeristen. Dat vind ik echt fantastisch! Bovendien wordt daarmee ook een grote droom van mij werkelijkheid: wereldwijd werkgelegenheid bieden met afval.”