Kloppend hart van Rotterdam

Tegen de stroom in anders durven zijn

Sander Grip Tekst
Marieke Odekerken Beeld

Hij wist waar hij aan begon toen hij naar Humanitas ging. De verpleeghuizen van deze organisatie hebben de papierwinkel niet op orde en staan dus op een zwarte lijst van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. “Maar het gaat toch om het welzijn van de mensen die je helpt?”, kijkt Gijsbert van Herk op. “Zij moeten waardig kunnen leven. In zorg en welzijn is dat focuspunt verloren. We kijken teveel naar dossiernummers en behandelplannen. Natuurlijk kan Humanitas haar huishoudboekje verbeteren, daar werken we keihard aan. Maar het gaat bovenal om mensen.”

Gijsbert van Herk is niet de standaardbestuurder van een zorginstelling. Er werden her en der wel wenkbrauwen gefronst toen bekend werd dat hij per 1 januari 2016 voorzitter van de raad van bestuur zou worden bij Humanitas. “Ik ben geen arts en kom niet uit de zorg. Mensen vonden dat ik een risico nam. Zelf stap ik graag in een wereld die niet bekend is. Dan ontstaan mooie verbindingen.”

Op zijn cv prijken onder afgeronde opleidingen het brevet parachutespringen en het groot vaarbewijs. Dat past bij zijn oorspronkelijke wens professioneel avonturier te worden. En misschien heeft hij wel bergen, bossen, zeeën en woestijnen getrotseerd, maar dat laat hij in het midden. Zijn cv laat in ieder geval een avontuurlijke carrière zien waarin hij zijstappen en verrassende wendingen niet schuwt: hij werkte bij ruim 55 organisaties in het buitenland en in alle provincies.

Rode draad? “Er is meestal iets aan de hand en dat los ik dan op.” Het gaat hem goed af. Zo goed dat hij twee keer zijn eigen baan op kon heffen. Gijsbert is de frisse wind die de muffe lucht uit de lakens op de waslijn verdrijft. De zorgsector kan die frisse wind gebruiken. “Niets is te moeilijk voor hen die willen”, lacht hij bescheiden. In de gezondheidszorg gebeurt het nu: nergens in het publieke domein is de verandering zo groot als hier. “De overheid ramt er 30 miljard euro uit maar heeft niet nagedacht over hoe dat te doen. Onvoorstelbaar. Ik wil samen met andere partijen dingen bedenken die nog niet bedacht zijn. Verbindingen leggen waarvan we niet wisten dat ze konden bestaan. Alleen dan kunnen we blijven doen waar het om gaat: mensen hun leven zo veel mogelijk op hun eigen manier laten leiden.” Gijsbert kan zijn lol op in de gezondheidszorg.

Systeemdenken

“In het Rijnmondgebied werken 60.000 mensen in zorg en welzijn. We moeten hen dankbaar zijn voor het werk dat zij dag in dag uit verrichten. Daarbij moeten we niet vergeten af en toe een nieuwe weg in te slaan. Ik kan echt getergd zijn door mensen die aan de zijlijn kritisch staan te adviseren. Pak de handdoek op en probeer het anders te organiseren. Dat is de idee achter de participatiesamenleving. Humanitas is een van de grootste zorginstellingen in Nederland. Het is een club met een reputatie: als wij iets roepen, hebben we aandacht. Ik hoop dat ik met Humanitas een verschil kan maken in de manier waarop we tegen de zorg aankijken in ons land.”

Hij kijkt even om zich heen en lacht. “Misschien ben ik wel een Don Quichot die tegen de bureaucratie strijdt. Dit land zit vast in systeemdenken. We zijn alleen nog maar bezig met de rimram rond de taak die we eigenlijk hebben: mensen ondersteunen die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Hoe willen zij het hebben? Dat moet voorop staan, niet het functioneren van het bureaucratische systeem dat we rond hen opgetuigd hebben.”

“Humanitas en ik liggen elkaar wel. Deze organisatie gaat tegen de stroom in: we doen minder aan de regels maar dat doen we bewust. Als iemand iets vraagt wat normaal niet kan, dan proberen we dat te organiseren. Tegelijk worden we door de regels gedwongen bijna een medisch klinisch ziekenhuis te worden. Daar wringt de schoen. Iedereen is opgegroeid in deze systeemwereld, van de ambtenarij tot de mensen die zorg verlenen. Ik ook, hoor. Maar ik heb ook gezien dat je, wil je verschil maken, er af en toe met gestrekt been tegenin moet gaan.”

Tegengeluid is nodig, vindt Gijsbert. Niet in de zin van mopperen, maar gewoon anders durven zijn. Neem die asielzoekers in Alphen aan den Rijn: “Het leven werd hen zuur gemaakt in de opvang, vanwege hun seksuele geaardheid. Wij hebben ze daar weggehaald zodat ze menswaardig op de uitkomst van hun procedure kunnen wachten. Man, man, man, wat ik over me heen gehad heb van de officiële instanties. Wat wij deden, kon absoluut niet. Maar iedereen met gevoel in zijn donder kan onze actie begrijpen. Als we alleen nog ‘volgens het boekje’ werken, zijn we de menselijke kant definitief uit het oog verloren. Daar pas ik voor. Ik ga er tegenin en vervolgens regelen we het gewoon zelf.”

Waar Gijsbert eigenlijk om vraagt: durf te vertrouwen op de zorgverleners en de specialisten. Zij weten waar ze mee bezig zijn en wat goed is voor de cliënten die ze bijstaan. “Kwaliteit is goed, maar vertrouwen is beter. En ja, het zal in één op de duizend gevallen niet helemaal goed gaan. Er zal heus wel eens een persoon tussen zitten die ten onrechte een rolstoel aanvraagt. Maar moeten we daar onze protocollen op schrijven? Dat is wat er gebeurt: er wordt één keer gefraudeerd en dan tuigen we weer een nieuw controlesysteem op. Draai het nou eens om: in 999 gevallen gaat het goed. Dat vertrouwen moet in het systeem terugkomen. Weg met die regelreflex. Ik geloof dat we de zorg daarmee ook simpeler en goedkoper maken. Maar dat is een proces van vele jaren. Het moet eerst nog een paar keer helemaal misgaan voor we het anders gaan regelen.”

Die reflex komt voort uit de wirwar aan regeltjes waarmee de zorg omgeven is. “Wij helpen iedereen die hulp nodig heeft, van 0 tot 150. Maar daar zitten dus zes verschillende geldstromen achter en net zo veel verschillende manieren van indicatiestelling. En we hebben te maken met drie of vier cao’s en een waslijst aan soorten opleidingen. Die gekkigheid moet eruit.”

De zwarte lijst

Die houding, heeft Humanitas dus in de problemen gebracht. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zette de organisatie op de zwarte lijst van instellingen die niet voldoen aan de eisen die het ministerie van Volksgezondheid stelt. “De zorg die wij moeten bieden, is veel zwaarder dan voorheen. Lag je in het verleden gemiddeld vierentwintig dagen in een ziekenhuis, nu zijn dat er vier. Maar mensen zijn niet ineens twintig dagen sneller genezen. Die dagen dat mensen minder in het ziekenhuis liggen, liggen ze nu in een verpleegtehuis of thuis. En wie niet meer geholpen kan worden, komen wij in de thuiszorg achter de eigen voordeur tegen. Dat is soms echt op het onverantwoorde af. Het type zorg dat deze mensen nodig hebben, is veel zwaarder dan wij oorspronkelijk gaven. Wij moeten voldoen aan heel andere regels dan een paar jaar geleden. Die regels veranderen sneller dan wij personeel hebben getraind of vervangen door mensen met de juiste vaardigheden.”

“Daarnaast staan we op deze lijst omdat wij geen zorg willen verlenen in de zin van: stoppen we er de voorgeschreven hoeveelheid pillen in en spuiten we mensen plat als ze over de gang lopen te dwalen of schreeuwen? Onze oplossing is juist aandacht geven. Maar dat past niet in het zorgbudget en de schema’s die we met elkaar hebben afgesproken in ons land. We zitten in de bizarre spagaat dat ons huishoudboekje niet op orde is maar dat de mensen die we helpen wel tevreden zijn.”

‘Misschien ben ik wel een Don Quichot die tegen de bureaucratie strijdt’

Langzaam ontstaat het besef dat ons land zelf een probleem geschapen heeft. Maar vooralsnog voelt Gijsbert zich net als vroeger op schoolplein. Hij lacht: “Dat ik naar voren werd geduwd omdat ik gelijk had maar als ik dan omkeek stond iedereen heel ver weg.” Het tegengeluid dat Humanitas laat horen valt nu nog dood in het vingerwijzen naar partijen die de boekhouding niet op orde hebben. “En ik zeg het maar duidelijk: het heeft geen zin terug te gaan naar de oude situatie. Die is onbetaalbaar. Het zit in zoeken naar nieuwe, onverwachte verbindingen. De trend is langer thuis wonen. Daar moeten we dus iets mee. Ik denk dat we de zorg die wij nu nog in een verpleegtehuis bieden, veel meer aan huis moeten bieden. Ik zeg wel eens dat we taxibedrijf moeten worden: wij rijden behandelteams rond en bieden bij mensen thuis de zorg en ondersteuning waarvoor ze nu nog naar ons toe komen.”

Juist met dit soort out-of-the-box ideeën is Gijsbert in zijn element. Bij overlegplatforms in de zorg blijft hij liever weg. “Ik ga wel naar de landbouwbeurs of naar een bijeenkomst voor bedrijven. Ik vind in die andere sectoren verrassende nieuwe inzichten. De geijkte ideeën die al jaren rondzingen in de zorg hebben we allemaal wel gezien, toch?” Hij kijkt even naar buiten, waar het zachtjes is gaan regenen, en glimlacht.

Het gestrekte been van deze Don Quichot zou zomaar eens louterend kunnen werken in de zorg.

 

Bij Humanitas werken bijna 4.000 medewerkers en 2.500 vrijwilligers. Verspreid over 32 locaties in het Rijnmondgebied helpen zij jaarlijks 10.000 mensen vanuit 3 ‘takken’: verpleeghuizen, thuiszorg en welzijn.