Kloppend hart van Rotterdam

Stoer Ahoy

Klaas Daane Bolier Tekst
Joost van der Vleuten Beeld

Rauwer, stoerder, strakker. Dat is de nieuwe koers van Ahoy; lekker Rotterdams. De gezellige, bolle, letters in het logo zijn vervangen door een strak en slank lettertype, de naam was al veranderd. Ahoy Rotterdam heet tegenwoordig Rotterdam Ahoy. “De stad Rotterdam heeft een heel positieve vibe en daar gaan wij graag in mee”, zegt Susanne Blaas. Als marketing & communications manager is zij mede de drijvende kracht achter de koerswijziging en bijbehorende huisstijl.

“Natuurlijk blijft het gewoon gezellig in Ahoy met evenementen als Kerstcircus Ahoy en de Zesdaagse van Rotterdam. En Lee Towers is hier altijd welkom. Maar we moeten ook blijven vernieuwen.” Blaas vertelt enthousiast over de nieuwe plannen voor Ahoy, het icoon op Zuid dat dit jaar al 45 jaar bestaat. “Rotterdam wil zich extra profileren als internationale congresstad. Binnenkort beginnen wij dus met de bouw van een congrescentrum aan de voorzijde van het huidige complex. In 2019 moet het klaar zijn en dan hebben we het grootste auditorium van Nederland met 2750 stoelen. En het mooie is dat de tribune eruit kan. Dan hebben we een concertzaal voor 7000 bezoekers; waarmee Rotterdam weer een middelgroot concertpodium heeft.”

Altijd wat

Het zijn dit soort plannen die ervoor zorgen dat de Brabantse spraakwaterval al sinds 2007 met veel plezier bij Ahoy werkt. “Het klinkt cliché maar geen dag is hetzelfde. Van het North Sea Jazz festival tot het ABN AMRO World Tennis Tournament; hier gebeurt altijd wat. Zoals die keer dat Tokio Hotel optrad. De tienermeisjes hadden dagenlang voor de deur gelegen. Slecht geslapen, weer en wind doorstaan en toen ze eenmaal naar binnen mochten, vielen ze bij bosjes flauw.”

“Ik denk, na negen jaar, nog heel vaak als ik hier over de vloer loop: ‘Hoe vet is het dat ik hier werk?’ Ook op mijn vakgebied is het nooit saai. Nu moeten we dus aan de slag met het binnenhalen van grote, internationale congressen. Dat is een nieuwe markt voor ons. Die moeten we nog ontdekken. Weer een mooie uitdaging!”