Kloppend hart van Rotterdam

‘Wij doen iets moois met een aardappel’

Pim Bijl Tekst
Joost van der Vleuten Beeld

Rotterdam kent veel familiebedrijven. Waar zitten ze en wie zijn die families? Deze keer: de familie Ladage, die gek is op friet. Welke Rotterdammer kent de zak van Bram niet?

Als Rocco Ladage terugkomt van een vakantie in het buitenland, gaat hij zo snel mogelijk even een zak patat halen bij Bram. En hij is er zeker van dat hij daarin niet de enige is binnen de familie. De Ladages houden van friet. De grove friet die voor iedere Rotterdammer herkenbaar is. “Patat maken…”, mijmert Rocco. “Waanzinnig mooi. De aardappel die je uit de grond haalt, daarna wast, schrapt, snijdt en bakt in de goede olie. En dan, pats, hebben de mensen een zak patat in hun handen waar ze van kunnen genieten.’’ In 1967 begon Bram op de markt bij de Blaak een frietkraam. Hij hakte zelf de aardappels en schepte de zakken vol. Bijna vijftig jaar verder is Bram Ladage uitgegroeid tot een zaak met landelijke bekendheid en vinden we de patatkramen terug op dertig locaties in Rotterdam, Utrecht en Den Haag. “De grootste angst is dat je die cultuur en dat familiegevoel kwijtraakt als je steeds groter wordt”, weet Rocco. “Dat is de uitdaging.’’

Geen snackbar

Bram mag dan inmiddels pensionado zijn. Nog altijd bemoeit hij zich als aandeelhouder een beetje met het familiebedrijf, waarvan zoon Wesley en neef Rocco de directeurs zijn. De 21 franchisenemers werkten allen al decennia in de zaak. Vrouwen en kinderen staan in de winkels.

Die hebben sinds kort een elegantere uitstraling. Rocco: “Wij zijn geen snackbar, maar doen wat moois met een aardappel. Wij wilden dat gevoel in de winkels terugkrijgen. Een aardappel is een groente. Dat imago is door die fucking McDonald’s helemaal om zeep geholpen. Met de nieuwe huisstijl kan iedereen ook weer zien dat we de aardappelen zelf snijden.’’

Onveranderd

Verder blijft de zak van Bram onveranderd. Evenals het Rotterdamse markt-dna in de bediening en binnen het bedrijf. Rocco: “Direct en los. We pretenderen helemaal niks, lopen rond in ons kloffie, niemand hoeft u of meneer tegen mij, Wesley of Bram te zeggen. Het is maar patat, hè? Het is geen rocket science. Je hoeft geen Einstein te zijn om het te kunnen doen. Je moet het alleen wel gewoon iedere dag goed doen.”