Kloppend hart van Rotterdam

Vies, viezer, viest

Kim Hoefnagels Tekst

Om de hoek bij dierentuin Blijdorp vind je natuurspeeltuin de Speeldernis. Weg uit de stad hebben kinderen hier alle ruimte om zelf op ontdekkingstocht te gaan.

“Mam, waar kan ik nog viezer worden?” Een blond jongetje met een verse modderveeg op zijn voorhoofd heeft er duidelijk zin in. Met geroutineerde bewegingen wisselt zijn moeder zijn schoenen om voor een paar dat zijn beste tijd heeft gehad. Daarna stort het jochie zich vol enthousiasme weer in het avontuur van de Speeldernis. “Je hoéft niet vies te worden!”, roept zijn moeder hem nog lachend na. “Maar het mag wel.” Haar woorden worden overstemd door de uitgelaten indianenkreet waarmee haar zoontje zijn vriendjes begroet.

Weinig regels

Natuurlijk kun je ook buitenspelen en vies worden in de ‘echte’ natuur. In het Kralingse Bos of Zuiderpark bijvoorbeeld. Alleen moet je daar op de gebaande paden blijven en vanaf een bankje met een verrekijker naar beestjes zoeken. Dat is in de Speeldernis wel anders. Hier gelden niet al te veel regels en nog minder richting. Ook vind je hier geen standaard glijbaan of suffe wipkip. Wat er wel is? Losliggende takken, hoog riet, boomstronken en slootjes. Afgaand op alle rondrennende en vrolijk spelende kinderen, is dat meer dan genoeg om zich daarmee een tijd lang te vermaken.

Geen bemoeienis

“Hier kunnen kinderen hun eigen spel bedenken. Dat is ook de filosofie achter deze natuurspeeltuin”, legt Ian Mostert uit. Hij is hoofdcoördinator van de Speeldernis. “De boomstam wordt een krokodil en het stromende water een gevaarlijke waterval. Zo creëren kinderen een eigen wereld zonder de bemoeienis van een volwassene.” En dat is volgens Mostert belangrijk. “Volwassenen bepalen al zoveel. Kijk maar naar het aantal parkeerplekken en hondenuitlaatzones in de stad. Speelplekken zijn er veel minder, en dat terwijl je met weinig middelen een braakliggend terrein gemakkelijk kunt ombouwen tot mini-speeldernis.”

Modderglijbaan

Zoiets komt niet alleen ten goede aan het speelplezier van kinderen, ze steken er ook wat van op. Mostert: “Een plek waar niet alles vastligt, is veel spannender dan een plek waar alles netjes is aangeharkt. Hier gaan kinderen echt op ontdekkingstocht. Ze zien planten en beestjes die in de stad nauwelijks voorkomen en leren samen met anderen hutten of vlotten te bouwen.” Pedagogisch verantwoord? Het zal het blonde jochie en zijn vriendjes een worst wezen. Zij vermaken zich opperbest met hun zelfgebouwde modderglijbaan.