Kloppend hart van Rotterdam

Broederliefde is knoerthard en beregezellig

Martine de Wit Tekst
Rick Arnold Beeld

Goede dingen kosten tijd. Dat beseffen we als we met Broederliefde aan tafel zitten, vijf weken na de eerste contactpoging met het management. Door drukke agenda’s, gemiste vluchten en uitgelopen kappersbezoekjes is de afspraak een paar keer verzet, maar dat zijn we op slag vergeten. Een lekker middagje aan het Weena met verhalen over Spangen, succes en croque-monsieurs.

We hebben afgesproken bij Altijd in de buurt. De jongens zijn hier kind aan huis, want hun boekingskantoor zit in hetzelfde pand. De eerste die we zien is Sjaf, de jongste. Ook al betitelt hij zichzelf als de stilste en rustigste van de groep, hij is veel aan het woord. De oudste, Emms, praat mee over de telefoon en Edson en Mella komen tijdens het gesprek binnengedruppeld, druk groetend en praatjes makend. Alleen Jerr laat een tijdje op zich wachten. “Die is net terug van een vakantie met Emms en heeft een beetje last van de jetlag”, legt Edson uit. Daaruit blijkt al: de mannen doen veel met elkaar, ook in hun vrije tijd. “Ik zie sowieso elke dag wel iemand van de groep”, vertelt Sjaf. “In Spangen komen we vaak bij elkaar op een plek die we ‘steentje’ noemen. Dat is gewoon letterlijk een steen op straat waar we gaan zitten en praten. Niks bijzonders, maar dat doen we gewoon al heel lang.”

‘Toen kwam het moment waarop we besloten niet verder te gaan met school, maar volledig voor de muziek te gaan. Onze ouders waren niet blij!’

Spangen in ons karakter

‘Heel lang’ is al zo’n tien, vijftien jaar. De jongens leerden elkaar op straat kennen toen ze een jaar of tien waren. “Na een paar jaar begon Emms met andere jongens muziek te maken. Dat vonden wij leuk en daardoor gingen we thuis ook oefenen, teksten schrijven”, vertelt Sjaf. Mella vult aan: “Muziek was toen echt voor de grap. Jerr, Emms en ik waren vooral met voetbal bezig, speelden in jeugdteams van profclubs. Uiteindelijk ging voetbal toch niet lukken en toen dachten we: we gaan door met de muziek. Gewoon voor onszelf, we zien wel hoe serieus het genomen wordt.” En het werd dus heel serieus genomen. Edson: “Toen kwam het moment waarop we besloten niet verder te gaan met school, maar volledig voor de muziek te gaan. Onze ouders waren niet blij!” schatert hij. “Maar door wat we presteerden, kregen we ze uiteindelijk toch wel mee. Echte Rotterdammers, hè? Geen woorden maar daden.”

Net als hun ouders zijn de jongens echte Rotterdammers. Maar boven dat: echte Spangenaren. Sjaf: “Spangen zit gewoon in ons karakter. De wijk stond niet altijd positief op de kaart, en dat heeft ons gemaakt tot wat we nu zijn. Je bent wat harder, hebt een dikkere huid, kan wat meer hebben. En dat is wel belangrijk in deze muziekwereld. Je hebt een voorbeeldfunctie en je kunt bepaalde dingen gewoon niet doen. Die enkele keer dat je tóch iets doet wat niet kan, wordt er heftig gereageerd. Als je uit Spangen komt, kun je daar wat beter tegen.” Maar Spangen is ook absoluut gezelligheid en familie, vertelt hij. “Iedereen kent elkaar! Je bent al van jongs af aan altijd buiten met andere mensen en kinderen, dus je communiceert wat makkelijker.”

Schreeuwen op straat

Communiceren, daar zijn de mannen inderdaad goed in. Vooral in zeggen waar het op staat. Edson: “Daar staan we wel bekend om, ja. Als er iets gebeurt, beginnen we meteen te discussiëren. Dan staan we echt te schreeuwen, gewoon midden op straat. Vaak komen er dan mensen van buitenaf zo van: ‘jongens rustig nou, geen ruziemaken’. Maar dan is er niks aan de hand, zo doen we dat gewoon.” Mella: “Het is onze kracht, dat we alles meteen uitpraten. Daardoor kunnen we ook veel van elkaar hebben, omdat je niet met opgekropte dingen zit van drie maanden terug. En we weten van elkaar dat we het beste met elkaar voor hebben. We zeggen alles, juist omdat we elkaar op het goede spoor willen houden, met beide voetjes op de grond.”

Met het enorme succes van de afgelopen twee jaar, kan het lastig zijn die voetjes op de grond te houden. Toch lukt het nuchter te blijven, zo vertelt Sjaf. “We zijn misschien niet met alle mogelijkheden opgevoed, maar wel netjes. Bepaalde waarden zijn er echt ingeramd: met elkaar delen wat je hebt en goed zorgen voor je familie en vrienden. En niet laten zien wat je wel of niet hebt, want je kan het ook zo weer kwijtraken. Anderen rappen veel over dure spullen en dat is leuke muziek om naar te luisteren, maar daar gaat het bij ons niet om. We doen het voor elkaar, voor de familie. En die familie is groot! Bij de opnames voor het tv-programma Broederliefde Helpt hadden we iedereen ingeschakeld om een woning te renoveren. Dat hele huis stond vol met ouders, zusjes, neven, tantes en vrienden. Dat was echt mooi, om met zo veel mensen iemand te helpen.”

Sterven als legends

Een eigen tv-programma, dan heb je het toch wel gemaakt. Of kan het nog gekker? Mella: “Elke keer als er iets groots gebeurt, denk je: het kan niet gekker. Toen we onze eerste releaseparty hadden voor vijfhonderd man, werden we helemaal gek. ‘We kunnen niet meer over straat’, zeiden we tegen elkaar. Toen hadden we nog geen idee van wat er nu gebeurt, dat snap je gewoon niet. Er is geen plafond lijkt het.” Emms: “We hebben gouden herinneringen en we waarderen echt alles wat op ons pad komt. Natuurlijk proberen we die lijn vast te houden! Hoe dat er precies uit moet zien, daar hebben we best wel ideeën bij. Maar als je je plannen vertelt, kunnen ze ook in de soep lopen, toch? Daarom zeggen we er niet veel over.” Lachend: “We willen in elk geval sterven als legends!”

Met het optreden in het Spartaanse Kasteel waren de mannen al goed op weg naar de legend-status. En in juni 2018 doen ze het nog een keer. “Vorig jaar was misschien wel het mooiste moment dat we hebben meegemaakt. Sowieso was het nog nooit gedaan: een concert in het Kasteel. Dat je mag optreden voor tienduizend mensen in je eigen buurt, dat was echt kippenvel. Als ik eraan terugdenk, kan ik niet wachten tot volgend jaar”, glimt Sjaf. Meteen voegt hij toe: “Het is wel eng, hoor! Mensen verwachten natuurlijk veel. Maar het is ook een mooie uitdaging. Dat we weer tienduizend mensen mogen verrassen en blij mogen maken met onze muziek, vuurwerk, special effects en al die gekkigheid. Vorig jaar gingen er wat dingen fout en dat moet dit jaar niet meer gebeuren. Daarom zijn we nu al heel druk bezig met voorbereiden. Ik hoop echt op weer een spektakel.”

‘Anderen rappen veel over dure spullen en dat is leuke muziek om naar te luisteren, maar daar gaat het bij ons niet om. We doen het voor elkaar, voor de familie’

Croque-monsieur?

Maar eerst komt er nog een nieuw album. Net als het album Work hard play hard leveren de mannen de nieuwe plaat in delen op. Mensen zitten niet meer te wachten op een cd met twintig nummers, leggen ze uit. En het is ook gewoon leuk om steeds weer nieuwe muziek te krijgen, weten ze. Mella: “De teksten van het nieuwe album gaan vooral over dingen die we de laatste anderhalf jaar hebben meegemaakt, gewoon situaties met vrienden en familie. En zoals je misschien al had begrepen, houden wij van boodschappen meegeven. We rappen over alles wat wij belangrijk vinden: familie, vrienden, gelukkig zijn, gezondheid. We vertellen over onszelf en geven onszelf een beetje bloot. De mooie en de lelijke kanten. We zeggen het gewoon zoals het is.”

Toch is het voor ongeoefende luisteraar soms zoeken naar wat de mannen precies bedoelen. Als we dat voorzichtig laten doorschemeren, moeten ze lachen. “Dat horen we weleens ja. Op het oude album staat bijvoorbeeld een nummer Qu’est-ce qu’il y a. In het Frans klopt het sowieso voor geen meter wat we zeggen, praten we over croque-monsieurs en baguettes. Maar als je het vertaalt naar het Nederlands zeggen we: ik zoek m’n brood en m’n kaas. En dat is weer straattaal voor ‘ik zoek werk’”, legt Edson uit. “Maar vaak is het wel gewoon duidelijk wat we zeggen hoor!”, lacht Sjaf. “Waar het soms misgaat, is dat wij een boodschap willen doorgeven, maar dat die niet helemaal aankomt door de feestelijke muziek. Die feestelijke manier vinden we gewoon leuk, maar je moet dan dus wel extra goed luisteren om te horen wat we zeggen. Dus eerst goed luisteren, dan lekker dansen!” Dat klinkt als een plan. Wij kunnen niet wachten.