Kloppend hart van Rotterdam

Plaswijckpark: spelen zoals je nog nooit speelde

Gerrit van Loon Tekst
Salih Kilic Beeld

Dieren zien, voelen en helpen voederen. Het vernieuwde dierengedeelte binnen het speelpark aan de Ringdijk is een ware beleving. Op dierenfeestjes kunnen kinderen met een verzorger meelopen, eten bereiden en de lama’s, geiten en zwijnen aaien. “Ja, dat kan stinken.”

De drukke tijden zijn nu even achter de rug van Plaswijckpark, een speelpark op 12 hectare grond middenin Rotterdam. Sinds 1923 biedt het park kinderen (en stiekem ook een beetje de ouders of verzorgers) alles van wandelen en spelen tot dieren. “Dat is de basisgedachte van het park, al vanaf de oprichting. Die drie facetten zitten in ons dna”, zegt Mariëlle Olde Bijvank die de marketing, pr en edutainment verzorgt.

Ze werkt al ruim zeven jaar bij Plaswijckpark en groeide mee met de mogelijkheden en uitbreidingen. Na de eerdere aanleg van de verkeerstuin en binnenplek Huis in de Heuvel werd het tijd voor het dierengedeelte. Inmiddels is het eerste deel van het vernieuwde Dierenwijck open. Bezoekers zijn van harte welkom om de dieren te komen bezoeken in hun gerenoveerde en vernieuwde ‘huizen’. Zo hebben de otters een nieuw spetterparadijs gekregen en dartelen de wallabies en alpaca’s rond op een mooie, groene weide. Bij de ‘kraamkamer’ zijn telkens nieuwe jonge dieren te bewonderen.

Brahmakippen paraderen al rond en net als op een boerenerf zal het op de ‘boerderij’ stinken naar hooi en poep. “Wij gaan voor de harmonie tussen mens en dier. Voelen, ruiken, zien, proeven (voeren) en horen staan hier centraal”, aldus Olde Bijvank.

Kletteren en spetteren

Er komt een kronkelende speelbeek waarin dammetjes en keien liggen. Kinderen kunnen er kletteren en spetteren. Volgend jaar gaat er een Hillegersbergs woud komen, de invulling qua dieren blijft nog even een verrassing. Het wat donkere woud krijgt een voerderplaats en wildrooster. Met een treintje kunnen de kinderen door het woud. Volgend jaar komt er ook een klim- en klautergebied in het dierengedeelte. Met boomhutten. Stoere kinderen kunnen hoog in de bomen op avontuur en staan misschien wel oog in oog met een eekhoorn.

Knikkebollend naar huis

“Zo zijn we continue aan het vernieuwen en kinderen spelenderwijs laten ontdekken. Op een toegankelijke wijze. Met al die dieren zou je niet zeggen dat we midden in de stad zitten. We willen een park zijn waarin kinderen spelen zoals ze nog nooit gespeeld hebben en waarbij de ouders wat kunnen ontspannen. Dat kinderen fysiek moe zijn en knikkebollend richting huis gaan”, besluit Olde Bijvank.