Kloppend hart van Rotterdam

Dadendrang op GDMW

Sander Grip Tekst
Marieke Odekerken Beeld

Als een moeilijk te doorgronden vrouw, wentelt zij zich in de koude nacht. Ze lonkt naar ons met haar gefluisterde woorden, zacht gesproken zinnen en voorzichtig beroerde snaren. Ze zingt, draagt voor, declameert en murmelt met fluwelen stem. Soms is ze ineens uitzinnig, de heupen wiegend op beats en stampende jazz. Terwijl de gure wind over het zwarte water in de havens raast en grauwe wolken door de nachtelijke lucht voorbij schieten, laat de stad zich door haar verrassen. Laten de bezoekers zich met ons onderdompelen in de literaire ontdekkingstocht die festival Geen Daden Maar Woorden (GDMW) is. De soms wat vreemd ogende combinatie van poëzie, voordracht, muziekoptredens en een stampende after party, voelt gaandeweg steeds meer als logische aaneenrijging van gevarieerd en rijk geschakeerd plezier voor ons welwillend luisterende oor.

GDMW streek op 7 en 8 november neer op het beruchte Katendrecht. Daar waar vroeger tijden garant stonden voor van drank doorspekte zeemansgevoelens in gekunstelde brokjes poeziealbum-rijmelarij. Anno 2015 staan hier jong talent en opkomende namen op de planken. Dichters als Matthew Dickman (VS) en Polar Bear (UK). Zij delen de zalen met spoken word van onder meer Karen Hayley en met literaire voordrachten, zoals die van de Belgische Rebekka de Wit over haar moeders kanker. De Wit stokt zelf bij tijd en wijle in haar verhaal, wat de brok in onze kelen enkel groter maakt. Ook vinden we de hypnotiserende zang van singer-songwriters als Eefje de Visser hier terug. In Kantine Walhalla plukt zij voorzichtig aan de snaren van haar gitaar om niets van haar woorden te laten vervliegen voor ons. Klanken uit een drumcomputer vormen niet de gedroomde begeleiding maar haar vervreemdend mooie en bedrieglijk onschuldige teksten compenseren dit wat blikkige geluid prima.

Ronduit verrassend wordt GDMW als we de kade verlaten en het woelige water van de Rijnhaven opvaren. Terwijl de motor stampt en de scheepsromp kraakt, ontrolt zich aan boord een Rumble in da Jungle. Geïnspireerd door de legendarische bokswedstrijd in Kinshasa, waar de dartele Muhammed Ali in de laatste ronde de bonkige George Foreman knock-out sloeg, proberen Tomashii, Susu en Ivan Words ons te vloeren met hun spoken word. Met intervallen en vervreemdende stiltes leggen zij hun ziel bloot terwijl het schip de met schuimkoppen bedekte golven trotseert. Geel lampschijnsel op de stadse iconen van de Kop van Zuid vormt het sprookjesachtige decor voor de zangerige woorden van de drie performers die ons door hun eigen denkproces navigeren.

Als zoveel literairs ons even teveel wordt, vlijen we ons neer in de Fenixloodsen waar het blankhouten interieur van de Kaapse Brouwers het decor vormt voor een vreemd, want instrumentaal, onderdeel van het programma. Onder het genot van een echt Rotterdams biertje klinken de laatste klanken van Who is Dave? dat een aangenaam stomende mix van jazz, fusion, funk en afrobeat ten gehore brengt. Het is hier logischerwijs meer daden dan woorden. Net als tijdens de after party in Kantine Walhalla trouwens. De stoelen zijn aan de kant geschoven en voor de bezoekers die nog niet naar huis willen smeedt DJ Phil Peoples de smaken van zijn eigen muziekpodium Bird elders in de stad aaneen tot heerlijk dansbare mix waarop we alle woorden van vanavond van ons af schudden op deze tijdelijke dansvloer.

Gesproken, gezongen of gefluisterd, de dadendrang spat van woordfestival GDMW. Tot slot trotseren we moe maar voldaan de gure herfststorm die nog altijd door de straten van de stad giert. Een soms moeilijk te doorgronden combinatie van optredens? Wat geeft het, volgend jaar trotseren we De Kaap gewoon weer voor de heerlijk intieme zaaltjes waarin GDMW ons omhult met zoveel moois.