Kloppend hart van Rotterdam

Happen in de haven

Sander Grip Tekst
Freek van Arkel Beeld

De kades van de Oude Haven, de oudste haven van Rotterdam, zijn niet langer het domein van stuwadoors, cargadoors en sjorders. De vierde haven ter wereld komt steeds verder buiten het stadscentrum te liggen. Het kloppend hart van bedrijvigheid, de economische motor van de stad, begint tegenwoordig pas in de Waalhaven. Bovendien is veel rauw en zwaar handwerk door de mechanisatie en automatisering verdwenen. Eén ding is echter onveranderd: er moet gegeten en gedronken worden. Hoewel, eten? Dat doet de nette kantoorklerk wel. De vrachtwagenchauffeurs en werklui op de kades happen, knagen en bunkeren.

Truckparking Rotterdam

Zomaar ergens in het havengebied in je vrachtwagen overnachten, leidde nogal eens tot problemen. Ladingdiefstal en gevaarlijke verkeerssituaties waren schering en inslag. Om dit probleem het hoofd te bieden, ontwikkelt het Havenbedrijf drie ‘Truckparkings Rotterdam’. Omheinde parkeerplaatsen waar chauffeurs voorzieningen als een warme douche, schone toiletten en gratis wifi vinden. Zo kunnen zij zich goed voorbereiden op hun lange tocht en rustig en veilig slapen voor vertrek.

Petre en zijn twee collega’s van het Roemeense Dumagas Transport S.A. hebben hun trucks op deze parking gestald. Om vier uur vannacht vertrekken ze naar Turkije. Tussen hun opleggers pruttelt een soep van hompen vlees en groenten boven het bolle buikje van een butagasfles. Petre legt met zijn mobiel plagerig vast hoe zijn maten gefotografeerd worden. De foto’s gaan snel op Facebook voor zijn collega’s de telefoon uit zijn hand kunnen grissen.

In een mengeling van Roemeens, Duits, Engels en onnavolgbare gebaren vertellen ze tevreden te zijn over de voorzieningen. “Het is beter dan langs de kant van de weg parkeren.” Plots slaakt Petre een kreet en verdwijnt tussen de opleggers. De soep kookt over. Hij zet de pit uit en doopt een witte boterham in het goedje. Duim omhoog. Tijd om te eten.

Beatrix de Rijkstraat 1 + 99, Rotterdam

Evergeen Shipping Agency

Snel en efficiënt in twee shifts langs het buffet schuifelen. Groenvoer, kaas en vleeswaren op een wit puntje of sneetje volkoren. Een vreemdsoortig cilindrische gehaktbal, een appel en een glaasje melk maken de oer-Hollandse bedrijfslunch compleet. De baas betaalt voor de ingehuurde catering. En de locatie kan niet mooier. Vanachter de hoge ramen kijk je uit over de Waalhaven en de stad. Bulkcarriers varen af en aan, en op de voorgrond wordt hun lading door drijvende elevators overgezet op binnenvaartschepen.

De kantoormedewerkers van de Taiwanese containergigant Evergreen Shipping eten op de bovenste verdieping van Port City 2, een kantoorpand op een promenadedek in de Waalhaven. Maar dat fraai uitzicht ook verveelt, blijkt als iedereen voorovergebogen over zijn bord de lunch mechanisch naar binnen schuift. Wie geplaagd wordt door hoogtevrees, kan gemakshalve het raam de rug toekeren en met het gezicht naar de muur eten.

Het Nederlandse personeel is deze kost niet vreemd. Maar “de medewerkers die tijdelijk over zijn uit Taiwan zijn dit niet gewend”, vertrouwt de jongedame met vleestang achter het buffet ons toe. “Ze nemen net zo makkelijk een plak ham op hun cake. En als we een keer noedels of nasi eten, dan zijn ze razend enthousiast.”

Port City 2, Waalhaven ZZ 19, Rotterdam

Smickel Inn Balkon van Europa

John en Els Hofman zijn een begrip onder arbeiders, toeristen en dagjesmensen. Begrijpelijk, want de snackbar die zij sinds 1996 runnen, staat op de beste plek in de haven. Hun ‘Balkon van Europa’ ligt op het zeeduin van de Eerste Maasvlakte. Hun spectaculaire achtertuin is de monding van de Nieuwe Waterweg. Alles wat de haven aandoet, komt hierlangs. “Soms staat de dijk vol, zoals bij de aankomst van de Mærsk Mc-Kinney Møller, het grootste containerschip ter wereld.”

Zomer, winter, zon of regen, John en Els serveren hun patatje speciaal, berenhap en kipcorn. En Els’ eigen appeltaart natuurlijk. Vandaag staan de kleine Roan en zijn opa (een cola-ijsje en een bamihap) gebroederlijk naast twee roeiers die een mexicano met pinda en een Magnum puur wegwerken voor ze weer een containerschip moeten vastleggen aan de kade.

De Tweede Maasvlakte bracht uitbreiding. De kar die ze elke ochtend achter hun auto hingen, werd te klein. Er kwam een vaste portocabin. Niet lang nadat die geplaatst was, werd het Hemelvaartsdag. Ze schieten in de lach. “De keuken van de naastgelegen gasterminal bleek die dag gesloten. Stonden alle 1600 medewerkers in de lunchpauze bij ons in de rij. Drie aan drie, tot op de rijbaan achter het duin.”

Maasmond 10 haven 9900, Rotterdam

Café-restaurant Courzand

Tuindorp Heijplaat bevindt zich op een landtong tussen de Waalhaven en de Eemhaven. Heijplaat, en zijn ontspanningscentrum Courzand, verrees tussen 1912 en 1915 in opdracht van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij. Dit bedrijf lag zo ver buiten Rotterdam, dat zij een eigen werknemerswijk liet bouwen. Begin jaren zeventig verloor Courzand haar functie als sociëteit. Fred du Buf nam de zaak over en transformeerde het kathedraalachtige interieur met een radicaal verlaagd plafond tot bruine kroeg. Ook bracht hij een kakofonie aan dieren binnen; van apen tot papegaaien. Uit deze tijd stamt de bijnaam Monkey Bar.

“Zeelui uit alle windstreken komen over de vloer”, vertelt Marco Groenenboom, die de zaak nu runt met Peter van Wel. “Het hangt hier vol met hun aandenkens; van reddingsboeien tot scheepsmodellen. En van alle schepen die op de werf zijn gebouwd, hangt een herinnering.” Meest bijzonder is de boei van het SS Nieuw Amsterdam, het laatste tastbare aandenken van dit gesloopte cruiseschip.

Courzand is een relikwie uit vervlogen tijden. Ook hier geen scheepslui en havenarbeiders meer die drie rijen dik aan de toog hangen. “Het werk verandert. Schepen liggen nog maar kort aan de kade en scheepslui komen zelden nog van boord.” Gelukkig is de sociëteitsfunctie nog altijd dichtbij, getuige de vier oud-collega’s die aan de bar herinneringen ophalen en een biertje happen.

Courzandseweg 40, Heijplaat