Kloppend hart van Rotterdam

7 TOPSTUKKEN

Jona Baan Tekst

Het is een futuristisch gezicht. Het nieuwe depot van Museum Boijmans Van Beuningen schittert als een enorm glazen suikerkopje in het zonlicht. De zeven conservatoren van het gloednieuwe gebouw dat in 2021 haar deuren opent, kunnen hun geluk niet op en geven Gers! een inkijkje in het werken met 151.000 kunstwerken en objecten die bij elkaar een slordige acht miljard euro waard zijn! Allemaal hebben ze zo hun eigen favorieten. “Het nieuwe depot levert ook ons weer veel nieuwe verhalen op!”


1 ‘Meer kapers op de kust’

Saskia van Kampen-Prein is een van de conservatoren van het Rotterdamse museum. Ze werkt in een klein team en dat bevalt heel goed. “Wij hebben allemaal onze eigen specialisatie. Moderne en hedendaagse kunst, design, tekeningen en prenten en vormgeving.”

Als conservator ben je meer dan alleen maar ‘degene die de opbergplek van het museum vult’. “Zeker weten”, grinnikt Van Kampen-Prein. “Ik organiseer tentoonstellingen, schrijf catalogi, doe onderzoek naar de collectie, begeleid restauraties en kunsttransporten en probeer de collectie op een nieuwe en verrassende manier tentoon te stellen.”

In 2017 stelde Van Kampen-Prein de reizende tentoonstelling ‘Gek van Surrealisme’ samen. In de aanloop naar die tentoonstelling deed zij onderzoek naar de Brits-Mexicaanse kunstenaar Leonora Carrington. “Een geweldige kunstenaar wier werk ik al heel erg lang op mijn verlanglijst had staan. Na lang speuren vond ik samen met mijn collega’s een topstuk dat wellicht beschikbaar was voor ons museum. Op dat moment gaat mijn hart sneller kloppen. Dan wil ik zo’n kunstwerk hebben en begint een traject van het kunstwerk bekijken, fondsen betrekken, onderzoek doen en nog vele andere zaken die bij de aanschaf van een kunstwerk komen kijken. Een spannend proces want er zijn meer kapers op de kust. Leonora Carrington’s oeuvre is ook in New York heel gewild en dus moet je snel en adequaat handelen. Als het dan uiteindelijk lukt om zo’n topstuk naar Rotterdam te halen geeft dat een geweldig gevoel. Temeer omdat dit schilderij het eerste exemplaar van Carrington in Nederland is!” Enthousiast maken voor kunst zit Van Kampen-Prein duidelijk in het bloed.

2 ‘Alle stukken bij elkaar’

Alexandra van Dongen werkt al vierendertig jaar bij Boijmans. “Ik heb me nog geen seconde verveeld. Ik ben enorm trots dat ik dit werk mag doen. Museum Boijmans Van Beuningen bestaat sinds 1849, en vond destijds haar onderkomen in het Schielandshuis aan de Coolsingel. Toen de kunstcollectie groeide kon een verhuizing niet uitblijven. In 1935 werd het bakstenen gebouw opgeleverd aan het Museumpark. Boijmans bleef groeien en uitbreiden hetgeen uiteindelijk moet resulteren in het gloednieuwe depot een paar honderd meter verderop,” vertelt Van Dongen trots. “Dit maakt ons werk zoveel makkelijker. We hebben straks in 2021 alle stukken uit de collectie bij elkaar. Ons werk bestaat behalve onderzoek doen naar collecties uit het bedenken en organiseren van tentoonstellingen. Vaak moeten we stukken van heinde en verre halen, maar volgend jaar wordt heel onze collectie heel makkelijk beschikbaar. We bezitten in onze collectie een schilderij van de vijftiende-eeuwse schilder Jan van Eyck. Werelderfgoed, en ik mag er elke dag mee werken! Mooier kan niet!” glimt Van Dongen. Tot het depot haar deuren opent richt van Dongen zich op samenwerkingsprojecten zoals: ‘Boijmans bij de Buren’ met tentoonstellingen bij andere Rotterdamse musea. “Een erg leuk project gesteund door stichting Droom en Daad waarbij we de handen ineenslaan met bijvoorbeeld het Belasting- en Douanemuseum en Museum Rotterdam. In het Wereldmuseum opent begin september ‘Remix Rotterdam’, een tentoonstelling waarin we het onderscheid tussen westerse en niet-westerse kunst loslaten en de geschiedenis van kunst en vormgeving via diverse ontmoetingen met elkaar verbinden. Ook onze Jan van Eyck komt daar te hangen en ik ben op zoek gegaan naar een vergelijkbaar vijftiende-eeuwse apothekerspot. Of we het potje hebben gevonden? Dan moet je vanaf 4 september naar het Wereldmuseum komen,” knipoogt Van Dongen.

Jan van Eyck (toegeschreven, De drie Maria’s aan het graf, 1425 – 1435) Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam (fotograaf: Studio Tromp)


3 ‘allemaal handgemaakt, alleen zwart-wit’

Al zo’n zeventien jaar loopt Peter van der Coelen door het museum om het publiek te zien genieten van kunst. Het levert hem dagelijks weer energie op om mensen te trakteren op mooie, goede tentoonstellingen. De verbouwing zorgt ervoor dat het werk nu net een kantoorbaan lijkt. Van der Coelen kijkt er met smart naar uit naar het moment dat het nieuwe Boijmans depot opent. Dat is niet voor niets. Van der Coelen heeft alle prenten en tekeningen onder zijn hoede. Met zo’n 70.000 prenten en 20.000 tekeningen veruit de grootste collectie van het museum. Vandaar dat van der Coelen deze baan deelt met een collega. De een is verantwoordelijk voor de tekeningen en de ander voor de prenten. Daar zit een essentieel verschil tussen, legt Van der Coelen uit. “Prenten zijn gedrukt. Door middel van bijvoorbeeld houtsnede, zeefdrukken en etsen creëert de kunstenaar meerdere exemplaren. Allemaal handgemaakt, alleen zwart-wit. Een tekening is zoals een tekening die iedereen kent. Potlood, krijt, papier. Uniek. Rembrandt maakte bijvoorbeeld heel veel prachtige prenten.” Van der Coelen denkt lang na over zijn meest bijzondere prent in het museum. “Er zijn zoveel mooie prenten in onze collectie: Rembrandt van Rijn, Francisco Goya, Pablo Picasso, Albrecht Dürer. Maar als ik echt moet kiezen ga ik voor een prent van Giovanni Batista Piranesi: “De ophaalbrug”. Piranesi’s “Carceri” (kerkers) behoren door hun originele en fantasierijke uitwerking tot een novum in de etskunst. Zijn werk is tot op de dag van vandaag van grote invloed. “Als je straks het nieuwe depot binnenstapt en de trappen ziet dan kom je te weten wat ik bedoel”, glimlacht Van der Coelen mysterieus.

Giovanni Battista Piranesi (De ophaalbrug, 1761) Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam (fotograaf: Tom Haartsen)


4 ‘Hoog en droog als de dijken doorbreken’

“Het nieuwe depot van het museum is echt prachtig. Binnenkort hebben we naast de Erasmusbrug, de Kubuswoningen en de Markthal een nieuw iconisch gebouw in Rotterdam. Een echte eyecatcher!”, zegt Albert Elen. De conservator tekeningen heeft bijna de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Ik ben nu met mijn laatste project voor het museum bezig. Een bestandscatalogus van Italiaanse tekeningen (1400-1600) die ik met behulp van de Getty Foundation in Los Angeles kan realiseren. We stellen daarnaast een selectie van 120 beste Italiaanse tekeningen samen die zowel in Parijs als in Rotterdam tentoongesteld zullen worden. Het catalogusproject heeft mede als doel om twee of drie jonge afgestuurde kunsthistorici met eenjarige fellowships mee te laten werken en tegelijk museale praktijkervaring te laten opdoen. Elen is uiteraard gek van tekeningen. Italiaanse tekeningen behoren tot zijn favorieten. ‘De ontvoering van Proserpina door Pluto’ uit 1573 moet iedereen zien! Op het eerste gezicht lijken het vrolijke dansende dames maar in werkelijkheid vluchten de vriendinnen van Proserpina in paniek weg omdat Pluto haar zojuist geschaakt heeft. Er zitten zoveel mooie verhalen achter de kunstwerken. “Deze tekening hebben we vorig jaar bij Sotheby’s in Londen gekocht nadat ik vijftien jaar naar een representatieve tekening van deze kunstenaar gezocht heb.” Elen is blij dat hij de collectie tekeningen straks met een gerust hart kan achterlaten. “In het nieuwe depot is onze collectie op de tweede verdieping. Als de dijken doorbreken liggen de tekeningen hoog en droog. Wel zo veilig voor ons geweldige prentenkabinet met 17.000 tekeningen en 65.000 prenten”. Albert Elen zal de opening van het nieuwe depot als pensionado meemaken. Maar dat maakt hem niks uit. “Ik kijk er erg naar uit!”

Paolo Farinati (De ontvoering van Proserpina door Pluto – ontwerp voor een onderdeel van een friesdecoratie in Palazzo Giuliari in Verona)Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam (fotograaf: Studio Tromp)


5 ‘Vooral spectaculair’

Een paar maanden maar scheidden Mienke Simon Thomas van haar pensioen. De vrolijke conservator van het museum heeft er niet per se zin in. “Ik heb gelukkig een speciale museumjaarkaart, waardoor ik over de hele wereld gratis musea mag bezoeken. Maar een mooier museum als het Rotterdamse Boijmans is toch bijna niet te vinden.” Simon Thomas zegt het met volle overtuiging. Het weekend van 25 september is er een sneak preview van het nieuwe publiek toegankelijke depot. De ‘Zilveren Opening’ geeft liefhebbers de gelegenheid heel even in het nieuwe depot te komen kijken. “Daar zou ik zeker gebruik van maken, want je ziet het gebouw dan in volle glorie.” Simon Thomas moet lachen op de vraag of ze het nieuwe depot ook zo mooi vindt. “Ach mooi, wat is mooi? Ik vind het vooral spectaculair. Toen het betonnen geval nog geen spiegelglas had, was het maar een beangstigend apparaat. Een beetje eng zelfs. Nu is het een bijzondere aanwinst voor Rotterdam. Vooral als het groen straks helemaal af is, heeft de stad er een prachtig gebouw bij.” Nu het museum dicht is, werkt Simon Thomas aan een collectieboek voor Museum Boijmans Van Breuningen. Ze doet onderzoek naar de oorsprong van de collectie vormgeving en hoe de ideeën daarover in de loop der jaren meanderden met de tijd. De afgelopen tien jaren maakte ze ieder jaar wel een tentoonstelling voor het museum. “Een drukke tijd, maar verschrikkelijk leuk om te doen.” Ons museum heeft zoveel moois te bieden! Het topstuk uit de collectie? De lattenstoel van Marcel Breuer! Een prachtige stoel uit de Bauhaus-stijl. Breuer is een Hongaars-Amerikaanse architect en heeft ook het gebouw van de Bijenkorf aan de Coolsingel ontworpen. Deze kunstenaar past bij een stad als Rotterdam!”

Marcel Breuer (Rückenlehnstuhl Model ti 1a, 1923) Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam (fotograaf: Tom Haartsen)


6 ‘De beleving is heel persoonlijk’

“De collectie van ons museum is van iedereen. Het is een groot openbaar bezit. Van de wijk, van de stad, van de regio, van Nederland. Iedereen beleeft kunst op zijn of haar eigen manier, dat is de kracht van kunst. De beleving is heel persoonlijk. Dat maakt het nieuwe depot voor ons als medewerkers zo leuk. Er komen heel veel nieuwe verhalen naar boven van collega’s en andere mensen. Persoonlijke verhalen die allemaal verbonden zijn met de beleving van kunst. Wij herontdekken als het ware onze eigen collectie.” Annemartine van Kesteren heeft als conservator Design de eigentijdse vormgeving onder haar hoede. “Anders dan oude kunst, is de collectie design springlevend. De verhalen van de kunstwerken die we in onze collectie hebben veranderen nog steeds. Het is door deze levendigheid heel leuk om met eigentijdse ontwerpers te werken. Het meest bijzondere object in onze couture collectie vind ik ‘Chemical Crows’ van Iris van Herpen. Deze jurk is gemaakt van gevonden materialen. Van kinderparapluutjes en ander afval maakte de Nederlandse modeontwerpster Van Herpen een heel nieuw ontwerp. Echt een prachtig kunststuk. Pure magie! Geweldig dat het museum deze jurk in het bezit heeft.” Agelopen zomer organiseerde het museum in samenwerking met Ahoy Rotterdam een uniek project binnen de kunstwereld. Een drive-thru tentoonstelling. In de enorme hal van Ahoy kon je in augustus met je auto genieten van allerlei kunstwerken. De eerste drive-thru tentoonstelling ter wereld! Nooit eerder vertoond. Het museum probeert de rare tijd waarin we leven voor mensen tentoon te stellen. Het hedendaagse spanningsveld gevangen in een tentoonstelling die je vanuit je auto moet bekijken. Het idee voor zo’n tentoonstelling is al veel ouder, maar is altijd op de plank blijven liggen en werd onrealistisch geacht. Maar het leukste van werken in Boijmans is dat het onmogelijke toch mogelijk kan worden gemaakt.

Iris van Herpen (Chemical Crows Dress, zomer 2008) Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam


7 ‘Niet gevangen in een eenduidig protocol’

Francesco Stocchi is enorm druk geweest met de voorbereidingen voor de nieuw in te richten tentoonstelling in Ahoy. De van oorsprong Italiaanse conservator van de moderne en eigentijdse kunst werkt sinds 2012 voor het museum. Dat het museum nu voor langere tijd gesloten is, levert ook weer veel voordelen op, vindt Stocchi. “We worden nu min of meer gedwongen buiten onze muren te kijken en samen te werken met andere musea. Het momenteel ‘nomadische’ bestaan van Boijmans levert ons nu de mogelijkheid op om te experimenteren, nieuwe formats uit te proberen en meer risico te nemen. De drive-thru tentoonstelling in Ahoy, die op 1 augustus de deuren opende, is daar natuurlijk een groot voorbeeld van. Het leuke is dat iedere conservator zijn eigen stijl heeft en toepast. We zitten niet gevangen in een eenduidig protocol. Dat houdt het werk voor alle conservatoren van Boijmans afwisselend en levendig. Ieder van ons kan zijn of haar ei kwijt. Zeker als we straks verhuizen. Het nieuwe depot is een buitengewoon project dat ervoor gaat zorgen dat bezoekers op een heel nieuwe manier een inkijkje krijgen in het wel en wee van het museum. Normaal gesproken zien de mensen alleen het eindresultaat. Het onderzoek doen, de voorbereidingen op de tentoonstellingen en de restauratie blijft altijd achter de schermen. In het nieuwe depot krijgt het totale proces een gezicht. Dat is heel bijzonder. Er is zoveel mooie kunst te zien, het is lastig om daar een favoriet uit te kiezen. Ik heb bij wijze van spreken iedere dag een ander kunstwerk dat ik bewonder. Op de foto staat onze nieuwe aanwinst. Een schilderij van Co Westerik.”

Co Westerik (Man met zieke hond, 1990) Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam